DAGINDELING
De kinderen kwamen met de bus aan in Epe. Ze bleven er
6 weken of langer. Iedere
3 weken gingen er wat kinderen naar
huis en kwamen er weer nieuwe kinderen
bij. Zo wisselde dat elkaar af. De kinderen werden
gewogen en gemeten. En de haren werden met een luizenkam gedaan.
De dagindeling was als
volgt.
Om 7 uur
s’morgens opstaan, s’winters om half 8. De leidster deed de
gordijnen open en de kinderen gingen dan op hun
knieen aan het voeteneinde van het bed zitten voor een gebedje. Dat
ging als volgt:
Wij danken U barmhartige God,
Beschikker van ons deel en lot.
Voor Uwe hoede en trouwe wacht,
Ons weer betoond in
deze nacht.
Dan haalde de leidster de bedden af, kinderen pyamajas uit. De leidster waste de rug van de
kinderen . De rest deden de
kinderen zelf. (alles met koud water zonder
zeep) Daarna aankleden en de kinderen
maakten zelf hun bed op. Ook had ieder kind
een taak, zoals kastjes afnemen,
plintjes soppen, wasbakken schoonmaken en vegen. De leidster
stofzuigde de zaal.
Daarna mochten de kinderen nog even spelen tot de etensbel
ging. Die luidde om 8 uur. S’Winters om 8.15.
De ochtendmaaltijd:
De kinderen bidden
elke om de beurt het onze Vader.
S’Morgens aten de kinderen brood,
zoveel ze wilden. De eerste boterham was met kaas. Daarna
zoetigheid, zoals:
Witte suiker, bruine suiker, stroop of muisjes.
Zomers koude melk erbij en in de winter warme melk.
Spelen
Na het eten schoenen en jassen aan en
gingen we met de kinderen naar buiten. Wandelen
of spelen. Naar de indianenheuvels, het dalletje of de
berenkuil. Ze speelden daar indiaantje,
rovertje. De jongens bouwden hutten en de meisjes speelden vader en
moedertje. Ook zochten we dennenappels en maakten daar poppetjes mee. We zochten
ook eikels en verkochten die aan de
boer voor veevoer. Wat verder weg om te
lopen waren de schaapherder, eendenvijver in het dorp. Zomers zwemmen bij de
zandheuvels. Paddestoelen zoeken en de namen erbij
vinden. Herfstbladeren zoeken en opplakken met de namen erbij
. Meisjes bloemen plukken en ik maakte daar dan een krans
van.
Bij slecht weer werd er binnen
gespeeld in de speelzaal of ook wel in de
bus. We deden wel aan handenarbeid, er was een sjoelbak, voetbalspel, poppenhuis,
poppen, poppenwagen,poppenkast, zandbak en een blokkendoos. Ook was er een kast vol spelletjes.
Om ½ 11 thuis melk drinken buiten. Daarna waste 2
kinderen de bekertjes
af, terwijl de rest even speelde op de schommels en de wippen of
in de hut of op het grasveld. Er stond ook nog een duiventil bij het huis. De vader
van Willy de Kleijn heeft een koppel duiven
meegebracht. Daarna gingen we weer wandelen en
spelen. Om 12.15 weer terug op Pelzerkamp. Handen wassen in
een emmer met koud water. Dan naar
binnen, schoenen en jas uit en pantoffels
aan.
Half een
etenstijd.
Warm eten in de eetzaal.
Elke dag vlees of een vleesvervangens middel. 1 x in
de week was er stamppot. Zaterdag een vrij dikke soep.
In de winter ook nog een vitamine C pilletje. Elke dag pap na en op
zondag was er yoghurt. De leidster schepte 2 x op want dat was
beter dan in 1 x een grote hap. Na het eten bleven de kinderen in de eetzaal tot ½ 2.
Een leidster las dan voor en de directrice deelde de post
uit.
School
In de wintermaanden was er van half 2-3
uur school in de speelzaal en serre. Er kwam een onderwijzeres voor..
Om 3 uur dronken de kinderen weer melk en gingen niet te ver van
huis af weer spelen, tot
het tijd was om de
douchen. De jongens gingen de ene week eerst en de andere week de meisjes. S’Zondags
werden alleen armen en
benen gewassen. In een kleine kamer was een kast met vakken. Daar stonden de
namen van de kinderen op. Daar lagen hun
gemerkte kleding in. Het lijstje werd nagekeken bij aankomst en
vertrek. Na het douchen wasten 2 kinderen de sokken en de leidster
de washandjes. De kinderen speelden tot etenstijd op
de slaapzaal. Ze tekenden, lazen of deden een spelletje. Of
de leidster las wat voor. Ik had een guitaar en ik speelde en de kinderen zongen erbij.
Er was ook nog een Pelzekamplied,
dat ging zo:
Pelzerkamp daar moet je wezen,
Pelzerkamp daar moet je zijn.
Want dan ben je gauw genezen,
Van je ziekte en je pijn.
En je speelt er heel de dag,
“k Wou dat moeder mij eens
zag.
Komt kind”ren naar buiten
Naar
buiten.
:k Zou zo graag wat dikker willen
wezen,
“k zou zo graag wat dikker willen
zijn.
Dan moet je in Pelzerkamp
wezen,
Dan moet je in Pelzerkamp
zijn.
Havermout met sperzibonen,
Alles door elkaar genomen.
Rikketik, rikketik, hopsa heisa hoi.
Wij zijn de beste
kameraden,
Wij zullen elkander nooit verraden.
Want we horen bij elkaar,
En we blijven bij elkaar.
Totdat we elkander gaan verlaten.
En van je hup, hup, hup,
Lang leve de meisjesclub,
Zeg jongens ga opzij, want de meisjes gaan
voorbij.
Lang leve, lang leve, lang leve de meisjesclub,
hup, hup.
En op het hoekje van de
laan,
Zie ik met grote letters
staan.
De Pelzerkamp staat bovenaan. 2
x
Of:
En om het hoekje van de
straat,
Waar met grote letters staat.
In Pelzerkamp daar moet je zijn. 2 x
En ik sta op wacht en
ik loop heel zacht.
Van boven naar beneden, tel ik 36 treden.
Op mijn linkerbeen met
mijn ogen dicht,
Dat doe ik met geschreven
plicht, ogen dicht.
Om half 6 ging
de etensbel en gingen we naar beneden.
Broodmaaltijd.
De eerste boterham met kaas. De 2 e s’winters
met rozebottel. De rest met zoetigheid. Weer zoveel ze wilden. De
groteren kinderen aten wel 8 of 9
boterhammen. Weer met melk erbij. Het eten zowel koud als warm
werd met mes en vork gedaan .
Na het eten werden er 3
liedjes gezongen uit “wie zingt er mee”van de zingende
zusjes. Dan werd er ook weer post
uitgedeeld.
Zaterdag’s aten de kinderen
huzarensalade in de bus achter het huis.
Na het eten gingen de
kinderen naar de slaapzaal. Pyama
aan en tanden poetsen. Aan het voeteneinde werd
dan het avondgebedje gezongen.
Ik ga slapen ik ben
moe,
‘k Sluit m’n beide
oogjes toe.
Here houdt ook deze nacht,
Over mij getrouw de wacht.
“t Boze dat ik heb
gedaan,
Zie dat Here toch
niet aan,
Schoon mijn zonden velen zijn,
Maak om Jezus wil
mij rein, Amen.
Zomers bleven de kinderen tot 7 uur op de
slaapzaal. In de winter mochten jullie alvast naar beneden. Dan werd er t.v. gekeken ttot ½ 8, zaterdags tot 8
uur. Daarna naar bed. 1 leidster had dan de wacht. Ze verstelde
kleding bij een nachtlampje op de gang. Dit was
van half 8- half 10. Zonodig wat kinderen laten plassen.
Zondags gingen we naar de kerk en de kinderen kregen dan 3 stuivers
voor in het kerkzakje. Na
het eten op zondagavond werden er
chritelijke plaatjes gedraaid van de zingende zusjes tot 8
uur.
Iedere zaterdag schreven de kinderen een brief naar huis. Die werd dan eerst door de
leidster nagekeken en daarna nog een keer door de
directrice.(censuur).
! x in de 3 weken kwamen de ouders op bezoek. De
kinderen mochten dan met de ouders
de stad in.
Er was trouwens
ook nog een hond , hij heette Diaddi en een geit.
|