Vrijdag 28 mei 2021 om 21:51

Download at: 14-3-2022 18:48:12

$i: Index | $pi: Padded Index | $an: Album Name | $d: Date | $dc: Date Compact
$c: Caption | $fc: Caption (First line) | $fw: Caption (First word)
$t: Tag | $ft: First Tag | $o: Original file name

Preview:


Filter Photos By:

Caption:
Tag:
Comment:

2021-05-28 00:00:00

Air conditioned grasmaaier, de jaren 50.

2021-05-28 00:00:00

Alexander Graham Bell, tijdens het eerste succesvolle telefoongesprek 1864.

2021-05-28 00:00:00

Als uitvinder van het moderne kunstgebit van porselein geldt de Fransman Alexis Duchâteau, die in 1770 het eerst moderne kunstgebit vervaardigde. Verbeterde versies werden gemaakt door Nicholas Dubois De Chemant. Deze uitvinder vluchtte voor de Franse Revolutie en verwierf in 1791 een Brits patent op zijn in 1787 ontworpen kunstgebit in minerale klei. In 1820 ontwierp Samuel Stockton een verder verbeterd kunstgebit, dat hij vanaf 1825 industrieel ging produceren.

2021-05-28 00:00:00

Alfred Bernhard Nobel (spreek uit: no-bel) (Stockholm, 21 oktober 1833 – San Remo, 10 december 1896) was een Zweeds chemicus en industrieel. Het bekendst is zijn uitvinding van het dynamiet in 1866,
Nobel bepaalde in zijn testament dat van de rente van zijn kapitaal van circa 32 miljoen Zweedse kronen elk jaar op zijn sterfdag (10 december) vijf Nobelprijzen moesten worden uitgereikt. Hiertoe moest de Nobelstichting worden opgericht. In zijn testament stelde hij vast dat de prijzen bestemd moesten zijn voor hen die in het afgelopen jaar aan de mensheid het grootste nut hebben verschaft.

2021-05-28 00:00:00

Zweedse wetenschapper en zakenman Alfred Nobel is de uitvinder van het dynamiet. Jaarlijks worden op zijn initiatief vijf Nobelprijzen uitgereikt aan mensen die iets belangrijks hebben gedaan op het gebied van natuurkunde, scheikunde geneeskunde, literatuur of de vrede.
Alfred Nobel wordt geboren in 1833 in Stockholm. Op 9-jarige leeftijd verhuist hij met zijn familie naar St. Petersburg, waar zijn vader een machinefabriek begint. Nobel volgt een internationale opleiding met de nadruk op scheikunde en talen. Nadat de fabriek in 1859 wordt overgedragen aan Nobel’s oudere broer Ludvig, vertrekt hij samen met zijn vader weer naar Zweden. Daar wordt Nobel scheikundige in het laboratorium van zijn vader.
Explosieven
Zowel vader als zoon hebben grote interesse voor explosieven. Nobel gaat op zoek naar een methode voor het veilig gebruik van de explosieve stof nitroglycerine, dat tot dan toe alleen maar in vloeibare vorm bestaat. Voordat Nobel succes heeft, zullen er regelmatig onbedoelde explosies plaatsvinden in zijn vader’s laboratorium. Bij één daarvan komt Nobel’s jongere broer Emil, samen met enkele anderen, om het leven.
Rond 1867 ontdekt Nobel het springstof (dynamiet). Dit ontketent een revolutie in de mijnbouw, wegenbouw en tunnelaanleg. Daarnaast doet hij nog andere ontdekkingen. Bij zijn dood heeft hij 355 patenten op zijn naam staan.
Het succes van het dynamiet en enkele andere uitvindingen, maken van Nobel een rijk man. Hij vestigt in elk continent een bedrijf. Als hij in 1896 sterft aan een beroerte heeft hij 32 miljoen Zweedse kronen op zijn bankrekening staan.
Nobel bepaalt in zijn testament dat van de rente van zijn kapitaal elk jaar vijf Nobelprijzen moeten worden uitgereikt voor natuurkunde, scheikunde geneeskunde, literatuur en voor de vrede. De prijzen zijn volgens zijn testament beschikbaar voor
“hen die in het afgelopen jaar aan de mensheid het grootste nut hebben verschaft”.
Enkele bekende Nobelprijswinnaars zijn:
Wilhelm Röntgen (natuurkunde)
Albert Einstein (natuurkunde)
Fridtjof Nansen (vrede)
Alexander Fleming (geneeskunde)
George Marshall (vrede)
Winston Churchill (literatuur)
Trivia over Alfred Nobel
Nobel was uitermate goed in talen, hij sprak Zweeds, Frans, Russisch, Engels, Duits en Italiaans. Ook heeft hij een toneelstuk geschreven: Nemesis. Hij werkte eraan tot zijn dood, maar na zijn dood werd het onmiddellijk vernietigd, omdat de inhoud schandalig werd bevonden. Hoewel hij nooit getrouwd is, had hij wel diverse muzes. Eén daarvan is de Oostenrijkse pacifiste Bertha von Suttner, die in 1905 de eerste Nobelprijs voor de Vrede kreeg.

2021-05-28 00:00:00

Amalie Auguste Melitta Bentz, geboren als Amalie Auguste Melitta Liebscher (Dresden, 31 januari 1873 – Porta Westfalica, 29 juni 1950) is de uitvindster van het koffiefilter. Melitta Bentz ergerde zich aan het koffiedik dat onlosmakelijk verbonden was met het maken van koffie. Zij bedacht dat een filter de oplossing zou zijn en gebruikte hiervoor een messing schaaltje waar ze gaten in sloeg. Hierin legde ze een vloeipapier uit een schoolschrift van haar zoon. Door hierin gemalen koffie te leggen en te overgieten met water kon ze koffie maken zonder drab. Tijdens een koffiekransje met vriendinnen werd haar uitvinding enthousiast verwelkomd. Op 20 juni 1908 verkreeg ze het patent op het koffiefilter

2021-05-28 00:00:00

Amerikaanse uitvinder Henry Ford zorgde er voor dat de auto niet alleen beschikbaar was voor de elite, maar ook voor de massa. De Amerikaan werd in 1863 geboren in Detroit en startte in 1902 zijn autofabriek: de Detroit Automobile Company.

2021-05-28 00:00:00

Het geliefde Lelijke Eendje. De Franse industrieel André Citroën (1878-1935) had een droom om auto’s in massaproductie te maken. Die kwam uit. Er ontstond een wachtlijst van drie jaar!

2021-05-28 00:00:00

André Citroën
Voorgeslacht en naam
Oorspronkelijk kwam de familie van André uit Nederland. Andrés joodse overgrootvader Roelof handelde in groenten en fruit en bij de invoering van de Burgerlijke Stand in 1811 moest hij een achternaam kiezen. Hij vond de naam Limoenman zeer passend. Roelofs zoon Barend (1808-1895) was een eenvoudige juweliersknecht, wiens schoonvader de naam Limoenman maar niets vond. Citroen leek hem beter.
Barends zoon Levie Citroen (1842-1884), een diamanthandelaar uit Amsterdam, verhuisde in 1873, met zijn joods-Poolse vrouw Masza Amelia Kleinman uit Warschau, naar Parijs waar André in 1878 geboren werd als vijfde en laatste kind. Na een mislukte speculatie met een diamantmijn in Zuid-Afrika pleegde Lévie Citroen zelfmoord in 1884 door uit het raam te springen. Andrés schoolmeester is degene die uiteindelijk het trema op de e in Citroen zette. Toen André naar het Lycée Condorcet ging, werd zijn achternaam gespeld als Citroën, voortaan met trema.
Handelaar en autofabrikant
Het logo van Citroën verwijst naar zijn tandwielen double chevrons.
De jonge André werd door een lezing van Jules Verne en de bouw van Eiffeltoren geïnspireerd om ingenieur te worden. Na het volgen van een technische opleiding ontwikkelde André Citroën zich tot een geniaal uitvinder en innovator met een neus voor verhandelbare producten. Als handelsmerk koos hij de "double chevrons" (Frans voor dubbele pijlen), naar het voorbeeld van de kepervertandingen van de tandwielen waarvoor hij in 1900 het octrooi aanvroeg.
In 1906 werd hij als directeur van Automobiles Mors aangesteld. Hij wist het merk van de ondergang te redden door een grondige reorganisatie door te voeren. Later wist hij de productie te vertienvoudigen.
Munitiefabricage
In 1915 was Citroën als officier bij de Franse krijgsmacht tijdens de Eerste Wereldoorlog getuige van het gebrek aan mortiergranaten. Hij had als geen ander verstand van massaproductie en ging met een uitgewerkt plan voor een munitiefabriek naar de generale staf. Binnen 18 maanden zette Citroën een fabriek op die voor die tijd gigantische aantallen mortieren produceerde. (Op het moment van de wapenstilstand op 11 november 1918 meer dan 24 miljoen stuks.)
Eigen autofabriek
Na de oorlog startte Citroën met zijn meest ambitieuze project: een autofabriek onder de eigen naam "Automobiles André Citroën SA", kortweg Citroën. In 1919 liep het eerste Type A van de lopende band tegen een voor die tijd revolutionair lage prijs. Via spectaculaire acties in de media wist Citroën de aandacht gedurende de jaren twintig vast te houden.
In 1933 nam hij de autoconstructeur André Lefèbvre in dienst. Diens successen zou Citroën echter niet meer meemaken.
Failliet
De Traction Avant
In 1934 kwam Citroën door de crisis en zijn flamboyante levensstijl in financiële moeilijkheden. De banken weigerden hem een extra krediet en kort daarop ging hij failliet. Zijn hele vermogen zat in de ontwikkeling van de revolutionaire Traction Avant. De grootste schuldeisers van het bedrijf, de gebroeders Michelin, namen op verzoek van de banken de leiding over.
André Citroën overleed in 1935 op 57-jarige leeftijd aan maagkanker.

2021-06-10 00:00:00

Architectenbureau Brinkman & Van der Vlugt (1925–1936) uitvinder van de klassieke cel

2021-06-10 00:00:00

De telefooncel ontworpen door Brinkman en Van der Vlugt, de architecten van de Van Nellefabriek en het Feyenoordstadion.Er was paradoxaal genoeg in deze cellen altijd een telefoonnummer te vinden dat je moest bellen als de telefoon defect was. Op de binnenplaats van Museum Boymans van Beuningen staat nog een exemplaar.

2021-06-10 00:00:00

Patentenkoning' en uitvinder van muurplug overleden
In Duitsland is de 96-jarige uitvinder Arthur Fischer overleden. De Duitser bedacht een hoop nuttige attributen en vroeg een recordaantal patenten aan. Het meest bekend werd hij met de uitvinding van de muurplug.
Fischer vroeg in totaal 1080 patenten aan, en kreeg daarom de bijnaam 'patentenkoning'. Naast de muurplug is hij ook bekend van de constructiedozen van Fischertechnik en van de uitvinding van gesynchroniseerd flitslicht voor fotocamera's.
Plug
Fischer begon zijn uitvindercarrière met de fotoflits. Daardoor kon hij in 1948 zijn eigen firma oprichten. In 1958, nadat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog naar het front werd gestuurd, vond hij de kunststof muurplug uit, zoals wij deze nog steeds gebruiken.
Hij ontving hiervoor in 2014 een oeuvreprijs, toegekend door het Europees Octrooibureau aan bijzondere uitvinders voor hun bijdrage aan technologische, sociale en economische vooruitgang.
,,Hij heeft zijn hele leven besteed, zonder enig commercieel belang, aan de maatschappij. Daarbij heeft hij altijd geïnvesteerd in jonge uitvinders", zei het bureau toentertijd.
Speelgoed
De Fischertechnik toy construction kit, bedoeld voor kinderen om vaardig te worden met techniek, wordt nog steeds over de hele wereld verkocht. Kinderen zouden motorisch vaardiger worden door de kit, en ook hun hand/oog-handcoördinatie zou worden versterkt.
Fischer wordt opgevolgd door zijn zoon Klaus, die al in 1980 het bedrijf van zijn vader overnam. Met zijn dochter Margot lag hij al even in de clinch vanwege een conflict over een erfenis.

2021-06-10 00:00:00

Begin van de haardroger.

2021-06-10 00:00:00

Begintijd van de lichtreclame van het oudste sign bedrijf van Nederland opgericht zo'n 125 jaar geleden!

2021-06-10 00:00:00

Begin 20e eeuw ontwierp de Amerikaanse Mary Phelps Jacob, beter bekend als Caresse Crosby, de eerste moderne BH. Deze bestond echter eigenlijk uit niet meer dan een twee driehoekige lapjes stof en wat bandjes.
Een cupmaat bestond toen eigenlijk nog niet. Er zijn wel verschillende maten geweest voor vrouwen die wat meer of minder hadden, maar perfect zat het niet. Voorlopers van de bustehouder zijn ook al gevonden in de 15e en 16e eeuw. Men weet eigenlijk niet precies hoe vrouwen in de eeuwen daarvoor hun buste bedekte of ondersteunde.
Voor de "moderne beha" van Mary waren er al beha-achtige kledingstukken.
Deze werden gedragen ongeveer 2500 V.C. in Kreta door Romeinse en Griekse atletes. Ze droegen een BH gemaakt van zacht leder of een linnen doek die ze strak rond hun borsten bond om het wiebelen tegen te gaan. Lingerie werd alleen om praktische redenen of ter bescherming of ter ondersteuning gedragen. Anders droeg men geen ondergoed.
In de middeleeuwen begonnen vrouwen strakkere kleding te dragen. Ze begonnen zich te realiseren dat ze met ondergoed hun vrouwelijke figuur konden benadrukken. dit deden ze met strakke rijglijfjes. Dat zijn korsetten die de taille versmalde en de borsten plat drukken. Deze werden verstevigd met baleinen gemaakt van de walvis.
In de Victoriaanse tijd kreeg men weer een andere vorm van een korset . In plaats van de borsten plat te drukken werden de borsten omhoog geduwd. Het gaf betere ondersteuning en men kon beter adem halen; alleen de taille werd nog flink ingesnoerd. Men kreeg het zandloper-effect van de wespentaille.
Ook in de 19e eeuw was het voor vrouwen nog gebruikelijk om een korset te dragen. Toch kregen steeds meer vrouwen een hekel aan het strakke en pijnlijke insnoeren hiervan. De Franse Herminie Cadolle ontwierp rond 1885 dan ook een alternatief, het zogenaamde corselet-gorge, later soutien-gorge genoemd, een combinatie van een bustehouder met een losser zittend korset.
Hieruit ontwikkelde zich langzaam maar zeker de BH als los kledingstuk.
Tijdens de eerste feministische golf werd de BH steeds populairder, als onderdeel van deze beweging die streed voor meer vrijheden voor vrouwen. Tijdens de 2e feministische golf werden de BH's dan weer verbrand als teken van protest.

2021-07-16 00:00:00

Een onderwijzer uit het Friese dorpje Suameer in het begin van de 20e eeuw was bezeten door aardappelen. Al zijn vrije tijd ging op aan het kruisen van bekende rassen. Elke nieuwe soort die hij zo kweekte gaf hij de naam van één van zijn negen kinderen. Toen hij een tiende nieuw aardappelras kweekte, noemde hij dat naar een meisje uit zijn klas, Bintje Jansma. De bintjes waren geboren en zouden heel wat succes kennen.
Bintje Jansma op 80 jarige leeftijd.

2021-07-16 00:00:00

De geschiedenis van de bliksemafleider
In de negende en tiende eeuw werden er in Nederland voor het eerst torens gebouwd. Door de trend om steeds meer de hoogte in te bouwen, nam ook de kans op inslag toe. In Nederland zijn er vele voorbeelden te noemen van gebouwen waar de bliksem insloeg. De Sint Janskerk in ’s Hertogenbosch (1584), de Martinikerk in Groningen (1465) en de Eusebiuskerk in Arnhem werden getroffen door de bliksem. De Domkerk in Utrecht werd twee maal getroffen (1254 en 1674) en Onze Lieve Vrouwetoren in Amersfoort (1547, 1651 en 1804) zelfs drie keer.
In de achttiende eeuw heerste er het bijgeloof dat onweer, donder en bliksem gerechtigheden waren van God. Middelen die bescherming konden bieden tegen bliksem werden gezien als werk van de duivel. Tegelijkertijd geloofde men dat de dondergod Donar weggejaagd kon worden door het luiden van kerkklokken. In 1780 werd het meiluiden van kerkklokken in Duitsland verboden. Alleen tijdens een onweersbui was het luiden van klokken toegestaan. Doordat vele torens werden getroffen door bliksem, werd in 1784 ook de uitzondering op de regel ingetrokken.
Een bliksemafleider bevindt zich vaak op het hoogste punt van een gebouw en zorgt ervoor dat de elektrische lading van de bliksem naar grond geleidt wordt. De bliksemafleider werd dertig jaar voordat deze in 1783 in Nederland zijn intrede deed uitgevonden. In de zomer van 1752 deed de Amerikaanse wetenschapper Benjamin Franklin een experiment met een vlieger en een nat vliegerstouw tijdens een onweersbui. Het is nog altijd onzeker of Franklin de proef met zijn handen daadwerkelijk heeft uitgevoerd, want moderne reconstructies van de proef hebben aangetoond dat de overlevingskans van de test klein is.
Al snel na de uitvinding van de bliksemafleider werd de afleider geïnstalleerd op vele openbare gebouwen in Amerika en Europa. In 1783 plaatste natuurkundige Cornelis Krayenhoff de eerste bliksemafleider in Nederland, die bovenop de Martinikerk werd geïnstalleerd. De kerk in het Gelderse Doesburg was toe aan een bliksemafleider, want in 1547 en 1717 vloog de kerk in brand door blikseminslag. Sinds 1783 is de kerk niet meer geteisterd door branden door blikseminslag.
Drie jaar eerder, in 1781, werd in Duitsland de eerste bliksemafleider geplaatst. Hier was verzet tegen, maar al snel werd het protest hiertegen stilgelegd doordat de natuurkundige Johann Jakob Hemmer de bezwaren van bliksemafleiders wist te weerleggen. In 1783 bewees de bliksemafleider zijn waarde toen gebouwen met een bliksemafleider in Düsseldorf gespaard bleven. Wel brak een opstand uit, omdat men de zware onweersbui verweet aan het plaatsen van bliksemafleider. De regering probeerde de bevolking het nut in te laten zien van een bliksemafleider, maar dit lukte niet. De enige manier om bliksemafleiders te beschermen, was om deze door wachtposten te laten bewaken.
In 1836 bleven de Martinikerk in Doesburg en andere hoge gebouwen met een bliksemafleider tijdens een felle onweersbui ongedeerd. Andere torens gingen wel verloren, waardoor torenbeheerders het belang in gingen zien van een bliksemafleider. Vandaag de dagen sterven in Nederland gemiddeld vijf personen per jaar als gevolg van blikseminslag. Honderd jaar geleden lag dit aantal op twintig personen per jaar.

2021-07-16 00:00:00

Bril met ruitenwissers

2021-07-16 00:00:00

De broers Wright, Orville (19 augustus 1871-30 januari 1948) en Wilbur (16 april 1867-30 mei 1912) waren twee Amerikaanse broers, uitvinders en luchtvaartpioniers die over het algemeen worden gecrediteerd. met het bedenken, bouwen en vliegen van ' s werelds eerste succesvolle vliegtuig. Ze maakten de eerste bestuurde, aanhoudende vlucht van een aangedreven, zwaarder-dan-luchtvliegtuig op 17 december 1903, vier mijl ten zuiden van Kitty Hawk, North Carolina. In 1904-05 ontwikkelden de broers hun vliegmachine tot het eerste praktische vliegtuig met vaste vleugels. Hoewel niet de eerste experimentele vliegtuigen bouwden en vliegen, waren de broers Wright de eerste die vliegtuigen besturing uitvonden die vaste vleugel aangedreven vlucht mogelijk maakten

2021-09-14 00:00:00

Antonius Mathijsen (72) overleden.1878
Hij was een Nederlands militair geneeskundige die internationaal vermaard werd om de uitvinding van het gipsverband.
In het militair hospitaal van Haarlem bedacht Mathijsen in 1851 dat een verband doordrenkt met gipspoeder en water binnen enkele minuten uithardt en zo een goede stabilisatie van de botbreuk bewerkstelligt. Hij publiceerde zijn vinding een jaar later: “Nieuwe wijze van aanwending van het gips-verband bij beenbreuken. Eene bijdrage tot de militaire chirurgie”.

2021-09-14 00:00:00

Britse uitvinding. De eieren automaat.

2021-09-14 00:00:00

Soms is iets het tegenovergestelde van wat het lijkt te zijn. Dit is geen gelukkige bruidsfoto van de architect Carl Weber en zijn echtgenote Emily Stratford. Deze foto is namelijk gemaakt, vier uur ná het overlijden van Emily. Macaber maar waar: dit is een Bruidsfoto des Doods.
Als je goed kijkt, zie je de touwtjes waarmee de armen van de overleden Emily in positie worden gehouden, zelfs de stokjes om haar oogleden open te houden. Een akelig, luguber idee maar voor de architect is het de enige mogelijkheid om op dat moment zijn vrouw op foto vast te leggen. We schrijven namelijk het jaar 1850. Fotografie staat nog in de kinderschoenen en is enkel weggelegd voor de hogere klasse. Architect Weber komt dan wel van goeden huize maar het overlijden van zijn vrouw overvalt hem volkomen.
Pas op dat moment realiseert hij zich dat zijn echtgenote op geen enkele foto staat. Hij neemt een liefdevolle wanhoopsdaad. “Op de foto prijken zij beiden, serieus kijkend, doch met een groot verschil: Emily 'poseerde', met touwtjes om haar arm hoog te houden en stokjes om de ogen geopend te houden, terwijl ze al vier uur dood was”.
Het is ongetwijfeld één van de meest macabere foto’s uit onze omvangrijke collectie (waarvan overigens het originele daguerreotype zich in de collectie van het Gemeentearchief Roermond bevindt). De achtergrond van deze foto verklaart ook de peilloze blik van de jonge weduwnaar die zo kort na het overlijden van zijn echtgenote doet alsof hij poseert alsof hun geluk nog moet beginnen. In werkelijkheid blijft hij achter als alleenstaande vader van een éénjarig dochtertje. Zeven jaar na het onverwachte overlijden van Emily hertrouwt Weber. Samen met deze Marie Schieffer krijgt hij twee kinderen.

2021-11-21 00:00:00

Alexander Graham Bell (Edinburgh, 3 maart 1847 – Baddeck Bay (Nova Scotia, Canada), 2 augustus 1922) was een Schots-Amerikaans uitvinder, autodidact en de oprichter van de telefoonmaatschappij Bell, die uitgroeide tot de American Telephone and Telegraph Company (AT&T). Bell werd geboren in Schotland, maar emigreerde naar Canada en daarvandaan naar de Verenigde Staten. Hoewel Bell vaak wordt genoemd als uitvinder van de telefoon is het een gedeelde uitvinding, waaraan ook Antonio Meucci, Elisha Gray en Philipp Reis een bijdrage hebben geleverd.
Achtergrond
Bell was de middelste zoon van Alexander Melvin Bell (1819-1905) en Eliza Grace Symonds (1809-1897).[1] Hij kwam uit een familie van spraakleraren die dove kinderen leerden spreken. Zowel zijn vader als grootvader waren pioniers op dit gebied en hij volgde hun voorbeeld. Voor korte tijd studeerde hij aan de universiteit van Edinburgh en de University College London die hij beide zonder diploma verliet. Daarna gaf hij les in muziek en elocution (voordrachtskunst) aan een school in de Schotse plaats Elgin, waar hij zijn eerste studies deed naar geluid.
Vanaf 1868 werkte Bell als assistent bij zijn vader. Na het overlijden aan tuberculose van zijn twee broers, Melville James (1845-1870) en Edward Charles (1848-1867), emigreerde het gezin Bell naar Brantford, Canada. In 1871 ging Alexander naar Boston waar hij lesgaf aan dove kinderen in de school van Sarah Fuller. Hij gebruikte een methode die zijn vader had ontwikkeld: zichtbare spraak. Hierbij worden fonetische symbolen gebruikt die aangeven welke stand lippen en mond moeten innemen om bepaalde klanken te kunnen vormen. Een jaar later opende hij een school voor dovenleraren. In 1873 werd hij benoemd tot professor vocal physiology and elocution aan de Universiteit van Boston.
Telefonie
Toen hij leraar was in Elgin raakte hij onder de indruk van het werk van de Duitse natuurkundige Hermann von Helmholtz op het gebied van geluid en elektriciteit en begon hij onderzoek te doen naar de elektrische overdracht van geluid. In Brantford zette hij – naast het geven van onderwijs – zijn onderzoek verder. Hij richtte zich voornamelijk op het zichtbaar maken van spraak en hoopte, door zijn anatomische kennis, een nieuw telegraaftoestel te maken dat meerdere berichten tegelijkertijd kon versturen.
Van de vaders van twee van zijn dove studenten, Gardiner Greene Hubbard en Thomas Saunders, verkreeg hij de benodigde financiële middelen terwijl hij technische ondersteuning kreeg van Thomas A. Watson. Op 14 februari 1876 diende Bell zijn octrooiaanvraag van de telefoon in. Hoewel uit het apparaat van Bell nauwelijks een gesproken woord kwam, werd het octrooi op 7 maart toegekend en drie dagen later sprak Bell tegen zijn assistent de historische woorden in zijn telefoon: Mr. Watson, come here. I want to see you. Watson, die in een andere kamer van het huis verbleef, kwam direct.
De door Bell beschreven microfoon bestaat uit een elektromagneet met daarvoor een strakgespannen membraan. Zodra het membraan door spraak in trilling wordt gebracht, worden er stromen geïnduceerd in de windingen van de elektromagneet. Aan de andere kant van de lijn bevindt zich een identiek apparaat, maar dan net andersom, waarin de elektrische wisselstromen worden omgezet in geluid: de luidspreker.
Omdat het telegrafiebedrijf Western Union zijn uitvinding niet wilde kopen, richtte Bell samen met zijn financier Hubbard in 1877 de Bell Telephone Company op, die later zou uitgroeien tot een van 's werelds grootste bedrijven.
Octrooioorlog
De toekenning van het octrooi voor de telefoon aan Bell was omstreden en ging gepaard met de nodige rechtszaken. Zo kwam de Duitser Philipp Reis in 1860 met het eerste concept voor het maken van een telefoonverbinding, ook de naam telephon is van Reis. Maar omdat Reis gebruik maakte van een onderbroken stroom (via een aan-uit schakelaar) bracht zijn ontvanger een onduidelijk geluid voort. Het bleef voor Reis bij een experiment.
In 1871 wilde de Italiaanse immigrant Antonio Meucci een patent aanvragen voor zijn teletrophone, maar omdat hij het benodigde geld niet had, bleef het bij een aanvraag die al na drie jaar afliep en wegens verder geldgebrek ook niet door Meucci werd verlengd. Zijn rechtszaak tegen Bell eindigde toen Meucci in 1889 overleed. Later kreeg hij alsnog postuum eerherstel nadat het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden verklaarde dat als Meucci de octrooiaanvraag had kunnen indienen, Bell geen octrooi op de uitvinding van de telefoon had kunnen krijgen.
Onafhankelijk van Bell werkte in Amerika ook Elisha Gray aan de harmonische telegraaf en kwam net als Alexander op het spoor van de telefoon. Maar toen Gray zijn uitvinding wilde patenteren was hij te laat: twee uur daarvoor had Bell zijn octrooiaanvraag ingediend. In eerste instantie betwistte Gray het octrooi van Bell niet omdat hem werd verteld dat de telefoon een onbelangrijke zijsprong was van het oorspronkelijke doel: de telegraaf verbeteren. Dit veranderde nadat bij de anderen de betekenis van de telefoon duidelijk werd. Het gevolg was een jarenlange juridische strijd tussen de beide uitvinders, waar ze elkaar over en weer van plagiaat en diefstal beschuldigden. Meer dan 600 verloren rechtszaken werden er tegen Bell aangespannen, waaronder vele van Gray.
De verdienste van Bell was echter dat hij van de telefoon een commercieel succes maakte. Hij slaagde erin op basis van zijn werk en dat van zijn voorgangers een telefoontoestel te ontwikkelen dat niet alleen in een laboratorium-omgeving werkte, maar dat in elke huiskamer gebruikt kon worden.
Volta-laboratorium
Belangrijk voor Bell bleef zijn werk als spraakleraar en het lesgeven aan doven en spraakgehandicapten. Om dit werk te kunnen blijven doen, nam hij in 1880 ontslag bij wat inmiddels de American Bell Telephone Company was gaan heten. In datzelfde jaar ontving hij van Frankrijk de prix Volta en het bijbehorende geldbedrag van 50.000 frank gebruikte hij voor de oprichting van het Volta Laboratory in Washington D.C. Hier vond hij samen met Charles Tainter de fotofoon uit: een apparaat om geluid via lichtstralen over te brengen. Twee jaar later, op 10 november 1882, werd Bell Amerikaans staatsburger.
Andere technische ontwikkelingen waar de naam van Bell aan verbonden is, zijn een primitieve metaaldetector om metalen voorwerpen (kogels) in het menselijke lichaam op te sporen, een soort ijzeren long voor patiënten met ademhalingsproblemen en de grafofoon: een verbeterde versie van Edisons fonograaf met een in carnaubawas graverende opnamekop. Ook verrichtte hij tussen 1896 en 1910 experimenten op het gebied van luchtvaart.
Overig
Bell was een actieve voorstander van de eugenetica-beweging in de Verenigde Staten. Hij was de erevoorzitter van het Tweede Internationale Congres van Eugenetica te New York in 1921. Bell lobbyde voor het invoeren van wetten voor gedwongen sterilisatie van mensen met genetische defecten. Volgens hem vielen daaronder onder andere doven, criminelen en geestelijk gehandicapten. Ook wilde hij doven verbieden om als leraar te werken op dovenscholen en met elkaar te trouwen. Dit maakte hem, samen met zijn voortdurende campagne tegen gebarentaal, niet bepaald geliefd in de dovengemeenschap.
In aanverwant werk richtte hij in 1914 het Genealogical Record Office op, een genealogische afdeling van het Volta Bureau in Washington D.C., waarbij zijn eigen werk zich toespitste op onderzoek naar erfelijke factoren bij het behalen van een hoge ouderdom. Zijn bevindingen uit dit onderzoek publiceerde hij in 1918, met de conclusie dat lang leven op zich geen erfelijke eigenschap was en dat hoewel nakomelingen van lang levende mensen zelf meestal ook langer dan gemiddeld leefden, dit waarschijnlijk het gevolg was van andere erfelijke eigenschappen zoals krachtigheid en weerstand tegen ziektes.
National Geographic Society
Bell was stichtend lid van de National Geographic Society, uitgever van het National Geographic Magazine.
Gezin
Bell was gehuwd met Mabel Gardiner Hubbard, een van zijn dove studentes en enig overgebleven kind van zijn financier Gardiner Greene Hubbard. Uit het huwelijk werden twee meisjes geboren, Elsie May (1878) en Marian "Daisy" Bell (1880). Twee jongens overleden kort na hun geboorte in 1881 en 1883.[1]
Tijdens Bells begrafenis stopten alle telefoonbedrijven in Noord-Amerika voor een minuut hun dienstverlening.[

2021-11-21 00:00:00

Charles 'Chas' Spiro (1850 - 1933) en zijn schrijfmachines zijn erg bekend. Chas 'carrière begon als horlogemaker in de winkel van zijn vader. Het stelde hem bloot aan het proces van uitvinden, het belang instrument maken en aan ontwerpen. Op 21-jarige leeftijd nam Chas een pauze van een jaar om door kosmopolitisch Europa te toeren, wat in zijn latere jaren invloedrijk zou blijken te zijn. Bij zijn terugkeer schreef Chas zich in aan de Washington University, waar hij een diploma rechten behaalde. Het leek erop dat hij eindelijk genoegen nam met een leven als advocaat, tot de dag dat hij voor het eerst een onhandige Remington typemachine zag. Chas had meteen het gevoel dat hij een betere schrijfmachine kon maken, dus schakelde hij nog een keer van carrière. Dit keer naar een fabrikant van typemachines

2021-11-21 00:00:00

Charles 'Chas' Spiro (1850 - 1933) en zijn schrijfmachines zijn erg bekend. Chas 'carrière begon als horlogemaker in de winkel van zijn vader. Het stelde hem bloot aan het proces van uitvinden, het belang instrument maken en aan ontwerpen. Op 21-jarige leeftijd nam Chas een pauze van een jaar om door kosmopolitisch Europa te toeren, wat in zijn latere jaren invloedrijk zou blijken te zijn. Bij zijn terugkeer schreef Chas zich in aan de Washington University, waar hij een diploma rechten behaalde. Het leek erop dat hij eindelijk genoegen nam met een leven als advocaat, tot de dag dat hij voor het eerst een onhandige Remington typemachine zag. Chas had meteen het gevoel dat hij een betere schrijfmachine kon maken, dus schakelde hij nog een keer van carrière. Dit keer naar een fabrikant van typemachines

2021-11-21 00:00:00

Charles Fabry (1867-1945)
Franse natuurkundige die in 1913 het bestaan van de ozonlaag ontdekte. Hij deed zijn ontdekking samen met zijn collega en landgenoot Henri Buisson.
De ozon, die zich in de atmosfeer tussen 15 en 30 kilometer hoogte bevindt, neemt een groot deel van de ultraviolete straling van de zon op. De dikte van de laag is sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw sterk afgenomen. De hoeveelheid ultraviolete straling die de aarde bereikt is daardoor toegenomen.
Voor zijn ontdekking ontving Charles Fabry in 1919 de Henry Draper Medal.

2021-11-21 00:00:00

Charles Mackintosh – Uitvinder van de regenjas
Dat de regenjas niet is uitgevonden door een bewoner van de Bahama’s is niet zo opmerkelijk. De regenjas is een Schotse uitvinding.
Dat het vrij veel regent in Schotland is bekend. Een in Schotland veel gehoorde zin is dan ook:
"If you can see the top of the mountain, it’s going to rain. If you can’t see the top, it is raining"
In de praktijk valt het in veel delen van Schotland met de regen echter nog wel mee. Maar de regenjas is dus wel uitgevonden door een Schot.
De Schotse ondernemer en chemicus Charles Mackintosh (1766-1843) ontwikkelde in het begin van de negentiende eeuw de waterdichte stof waarvan de regenjas is gemaakt. Zijn ontdekkingstocht begon met een onderzoek naar de afvalproducten van de winning van steenkool. Macintosh wist ammoniak te onttrekken uit deze stoffen en maakte daar vervolgens paarse verf van die op zijn beurt ook weer een afvalproduct opleverde, een rubberachtig materiaal.
De Schot besloot deze laatste substantie ook te onderzoeken. Hij experimenteerde met oplossingen van het materiaal en ontdekte al snel de waterafstotende kwaliteit van deze substantie. Toen de uitvinder de stof op kleding probeerde te bevestigen bleek er echter een probleem te zijn: de stof plakte nogal. Mackintosh wist dit uiteindelijk op te lossen door het materiaal tussen twee lagen stof op elkaar te persen. Dit had succes en de Schot kreeg in 1823 patent op het waterdichte materiaal dat vooral gebruikt zou worden bij de fabricage van regenjassen. Regenjassen werden lange tijd Mackintosh genoemd.
Aanvankelijk stonken de jassen overigens nogal waardoor lang niet alle particulieren zin hadden een regenjas aan te schaffen. Het leger zag wel gelijk het nut in van de uitvinding in en nam het nare luchtje op de koop toe. De Britse uitvinder Thomas Hancock (1786-1865) wist de nare geur later te verminderen door meer rubber toe te voegen.
Foto: Charles Macintosh

2021-11-21 00:00:00

1983 - The Big Bang of Digital Music
De compact disc wordt door Philips geintroduceerd voor de consumentenmarkt. We krijgen voor het eerst te maken met digitale muziek en wordt de vervanging van de grammafoon plaat ingeluid. Het zou nog even duren voordat iedereen een CD-speler in huis heeft want ze waren destijds nog duur. Tegenwoordig weten we niet meer beter. Hoewel we tegenwoordig muziek steeds meer streamen betekende de compact disc een verandering in muziek belevenis. De techniek en geluid werd steeds beter. Het betekende ook dat platenmaatschappijen steeds meer in hun archieven gingen graven en werd er steeds meer oud materiaal opnieuw uitgebracht en werd het muziek reportoire opnieuw opgebouwd. Destijds kosten de cd's nog veel geld, tegenwoordig kunnen ze het met moeite aan de straatstenen kwijt raken. Later werd het ook mogelijk om zelf thuis op CD's op te nemen via de computer.
De technologie werd door Philips al in 1969 bestudeerd en mee geexperimenteerd maar had nog geen prioriteiten doordat andere ontwikkelingen zoals de videoband voor gingen. De Amerikanen hadden al in jaren vijftig een laser ontwikkeld en toen werden er al toepassingen gezocht voor een optische mogelijkheden.
De compact disc heeft ondertussen zijn glorietijd al weer gehad door de toepassing van mp3 muziek en muziek streamen. Hoewel de echte audiofielen nog steeds de grammafoon plaat blijven omarmen voor hun "warme" geluid wordt de grammafoon plaat toch weer populair door steeds meer muziekliefhebbers.
De compact disc was de eerste stap in de digitale muziek technologie die door de consument werd omarmd. Een technologie die niet meer te stoppen is en in de afgelopen jaren verder is ontwikkeld en eigenlijk niet weg te denken is in onze samenleving. Digitaal geluid is tegenwoordig steeds meer verder ontwikkeld naast de digitale video standaarden en wordt nu overal toegepast zoals via internet en televisie uitzendingen, maar ook in de bioscoop. Het voordeel van digitaal geluid is o.a. de constante kwaliteit van het geluid, kost tegenwoordig minder opslagruimte en de vele mogelijkheden.

2022-02-17 00:00:00

Adolphe Sax was een pechvogel. Naar verluidt slikte hij een naald in, viel hij van een trap en viel hij als kind in een oven. Sax patenteerde ook de saxofoon in 1840, maar vond weinig succes met het instrument. Pas een eeuw later sloeg de sax aan bij jazzmuzikanten.

2022-02-17 00:00:00

Conny Tendeloo zorgde ervoor dat in 1956 de 'Wet op de handelingsonbekwaamheid van vrouwen werd afgeschaft
IJverig en gedegen PvdA-Tweede Kamerlid van vrijzinnig-democratischen huize. Vasthoudende voorvechtster van rechten van de vrouw. Was geboren in Nederlands-Indië en in Nederland lerares en advocate. Voor de oorlog gemeenteraadslid in Amsterdam en actief in diverse vrouwenorganisaties, waarmee ze meer affiniteit had dan met de socialistische vrouwenbond. Streed als Tweede Kamerlid voor zaken als het verlenen van handelingsbekwaamheid aan de vrouw en opheffing van het ontslaggebod voor de huwende ambtenares. Wist daarvoor uiteindelijk - ondanks verzet van christelijke zijde -voldoende steun te krijgen in de Tweede Kamer. Was tamelijk afstandelijk en is wellicht mede daardoor ten onrechte 'vergeten' als één van de belangrijkste feministen van haar tijd.

2022-02-17 00:00:00

Saal van Zwanenberg
Salomon (Saal) van Zwanenberg (Oss, 21 april 1889 - Apeldoorn, 12 maart 1974) was een Nederlands industrieel en initiatiefnemer tot de oprichting van het Organonconcern.
Saal van Zwanenberg was de zoon van Arnold van Zwanenberg en Catharina Levison. Hij trouwde op 16 april 1912 te 's-Gravenhage met Nettie van Gelder.
In 1906 trad hij in dienst van de N.V. Zwanenberg's Slachterijen en Fabrieken, toen een grote exportslachterij. In 1920 werd hij algemeen directeur van dit bedrijf. Hij gaf in 1920 aan Jacques van Oss, die adviseur warenkennis was, de opdracht gebruiksmogelijkheden te onderzoeken voor slachtafval als klieren en organen. Dit leidde tot contact met de hoogleraar farmacologie Ernst Laqueur. Dit drietal richtte in 1923 het bedrijf Organon op, nadat men in staat was gebleken insuline uit alvleesklieren te produceren. Het leidde tot de ontplooiing van een farmaceutisch concern.
Politiek
Van Zwanenberg kreeg tijdens de Eerste Wereldoorlog met de politiek te maken omdat hij toen overleg met de minister moest voeren aangaande de distributie van vleesproducten. Tijdens de crisis in de jaren 30 van de 20e eeuw werd hij voorzitter van de Nederlandse Varkenscentrale (NVC), een overheidsorganisatie die de varkenshouderij moest ondersteunen. Dit leidde tot verdenkingen aangaande belangenverstrengeling, waarop hij in 1934 moest aftreden. Hij bleef echter in adviesorganen voor de regering zitting nemen. De toenmalige opkomst van extreemrechts leidde tot antisemitische uitspattingen aan het adres van hem en zijn familie. Van Zwanenberg was joods. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog dook hij met zijn gezin onder en week later, met behulp van valse Uruguayaanse diplomatieke paspoorten, via Zwitserland, Spanje en Portugal naar Engeland uit. In Londen werd hij lid van de Raad van Advies van de Nederlandse regering in ballingschap. Zijn bedrijf werd door de nazi's geconfisqueerd en vele Joodse personeelsleden raakten in ernstige moeilijkheden of kwamen om in vernietigingskampen.
Naoorlogse jaren
Van Zwanenberg kwam na de Tweede Wereldoorlog terug naar Nederland en nam de leiding van het bedrijf weer op zich. Erkenning volgde door de verlening van het predicaat Koninklijke aan het bedrijf in 1953, dat voortaan Koninklijke Zwanenberg Organon zou heten. In 1954 werd aan Van Zwanenberg het ereburgerschap van Oss toegekend, terwijl hem in 1955 een eredoctoraat in de geneeskunde werd toegekend door de Rijksuniversiteit Utrecht.
In 1963 legde hij het voorzitterschap van de Raad van Bestuur neer. Koninklijke Zwanenberg Organon fuseerde in 1967 met Koninklijke Zout Ketjen tot Koninklijke Zout Organon, dat twee jaar nadien met de AKU het Akzoconcern vormde. In 1970 werd Zwanenberg verkocht aan Unilever en in 1996 aan de familie Van der Laan uit Almelo; Organon is sinds 2007 in Amerikaanse handen.

2022-02-17 00:00:00

Duitse Wehrmacht ontwierp in 1943 de Krummlauf MP44, een wapen waarmee je om de hoek kon schieten. Er zat een periscoop op, zodat je ook om de hoek kon kijken. Het wapen had grote nadelen, het ging maar 300 kogels mee,en de kogels kwamen er in stukjes uit, waarmee het meer leek op een schot hagel.