Donderdag 30 april 2020 om 22:37

Download at: 14-3-2022 15:48:12

$i: Index | $pi: Padded Index | $an: Album Name | $d: Date | $dc: Date Compact
$c: Caption | $fc: Caption (First line) | $fw: Caption (First word)
$t: Tag | $ft: First Tag | $o: Original file name

Preview:


Filter Photos By:

Caption:
Tag:
Comment:

2020-04-30 00:00:00

1935 Crisistijd

2020-04-30 00:00:00

2000 jaar oude Romeinse gladiatorhelm die de uitbarsting van de Vesuvius in Pompei overleefde.

2020-04-30 00:00:00

23 mei 1940 weg Rotterdam - Delft.

2020-04-30 00:00:00

Aankomst op Fort Worth. Daarna naar Dallas en de afloop is bekend.

2020-05-01 00:00:00

Dag van de arbeid
Ontstaan van de Dag van de Arbeid
1 mei 1890 - In verschillende landen vindt voor het eerst de Dag van de Arbeid plaats. De vieringen van de socialistische en communistische arbeidersbewegingen zal uitgroeien tot een jaarlijkse traditie, die in de hele Westerse wereld ook nu nog uitbundig wordt gevierd. De keuze voor 1 mei heeft ook zo zijn redenen.
De achturige werkdag
In 1817 had de Engelse ondernemer Robert Owen al gepleit voor de achturige werkdag in fabrieken en werkplaatsen. Volgens hem zou een goede organisatie van arbeid iedereen uiteindelijk meer rijkdom opleveren. In Melbourne, Australië, werd in 1856 de eerste overeenkomst tussen werkgevers en werknemers gesloten waarbij de werkdag tot 8 uur werd beperkt. De Verenigde Staten nam 1884 een wet aan waarin werd voorgesteld om vanaf 1 mei 1886 nog maar 8 uur per dag te werken. Ook was 1 mei in Amerika traditioneel ‘Moving Day’, de dag waarop arbeidscontracten wel of niet werden vernieuwd en arbeiders vaak op zoek gingen naar een andere woonruimte.
Haymarket-affaire
Verder was 1 mei als datum nog van belang vanwege de Haymarket-affaire. Dit was een demonstratie van arbeiders en vakverenigingen in Chicago in 1886, die begon op 1 mei. De opstand liep uit de hand toen de demonstranten een bom naar de politie gooide, die vervolgens op het aanwezige publiek begon te schieten. Er vielen tientallen slachtoffers. In de Verenigde Staten werd daarom besloten dat de eerste maandag van september de Amerikaanse Dag van de Arbeid zou worden, om zo te voorkomen dat 1 mei een herdenking van de Haymarket opstand zou worden.
Officiële internationale Dag van de Arbeid
In 1889, op de zogenaamde Tweede Internationale in Parijs, werd 1 mei in heel Europa wel als officiële internationale dag van de arbeid uitgeroepen. Het doel was om door de vieringen en het op de been brengen van grote groepen arbeiders, de strijd voor de achturige werkdag te versterken. In Duitsland werd 1 mei op 10 april 1933 door Hitler tot ‘Feestdag van de nationale arbeid’ verklaard. Joseph Goebbels had deze maatregel voorgesteld, om zo een groot aantal vakbondsleiders naar Berlijn te lokken, waarna ze gevangen werden genomen en afgevoerd werden naar concentratiekampen.
Dag van de Arbeid in Nederland
Desondanks blijft de Dag van de Arbeid tot op heden een nationale feestdag in Duitsland, alsmede de meeste Europese landen. In Nederland is dit niet het geval: arbeiders moeten gewoon werken. Hier sneeuwde de dag nogal onder doordat na de Tweede Wereldoorlog de sociaal democraten zich verzoenden met het Koningshuis en Koningsdag op 27 april een breed gedragen feestdag werd. De 1 mei viering raakte daarmee op de achtergrond.

2020-05-01 00:00:00

Actie tegen wegwerpverpakking 1972.

2020-05-01 00:00:00

Adolf Frederik, koning van Zweden (Gottorf, 14 mei 1710 - Stockholm, 12 februari 1771) was koning van Zweden van 1751 tot aan zijn dood in 1771.

2020-05-01 00:00:00

Alexander III van Macedonië (Pella, 21 juli 356 v.Chr. — Babylon, 10


Hij stichtte een twintigtal steden die zijn naam droegen met het Egyptische Alexandrië als de voornaamste. Alexanders nederzettingen van Griekse kolonisten en de daaruit volgende verspreiding van de Griekse cultuur in het oosten resulteerden in een nieuwe Hellenistische beschaving, waarvan bepaalde aspecten nog duidelijk aanwezig waren in de tradities van het Byzantijnse Rijk tot het midden van de 15e eeuw. Alexander werd legendarisch als een klassieke held naar het voorbeeld van Achilles en speelt een grote rol in de geschiedenis en mythes van zowel Griekse en niet-Griekse culturen. Hij werd de maatstaf waarmee generaals, tot op vandaag, zichzelf vergelijken en militaire academies over de hele wereld onderwijzen nog steeds zijn tactieken die zoveel successen opleverden.

2020-05-19 00:00:00

Alexandra en Tatiana Romanov begin anno 1900.

2020-05-19 00:00:00

Alexandrine Alexine Pieternella Françoise Tinne (Den Haag, 17 oktober 1835 – nabij Ghat (Libië), 1 augustus 1869) was een Nederlandse ontdekkingsreizigster die in 1862 en 1863 als eerste westerse vrouw in Centraal-Afrika doordrong en vervolgens in 1868/69 ook als de eerste westerse vrouw ver in de Sahara reisde. Ook was ze Nederlands eerste belangrijke fotografe. Van locaties in Den Haag en het interieur van haar huis aan de Lange Voorhout maakte ze in de zomer 1860 en winter 1860/61 een veertigtal foto's van groot formaat. In het World Museum te Liverpool wordt een belangrijke verzameling etnografische voorwerpen uit Centraal- en Noord-Afrika van haar bewaard.
Toen Alexandrine Tinne geboren werd, woonden haar welgestelde ouders op de Herengracht 17 in Den Haag. Ze was de dochter van Philippe Frédéric Tinne (1772-1844) en zijn tweede echtgenote jkvr. Henriette Marie Louise van Capellen (1796-1863), oudste dochter van viceadmiraal jhr. Theodorus Frederik van Capellen (1761-1824). Ze had twee halfbroers uit haar vaders eerste huwelijk.
In 1862 vertrok ze samen met haar moeder met enkele boten uit Caïro om de bovenloop van de Nijl te verkennen. Ook Adrienne Steengracht (zuster van Henriette) en vier bediendes reisden mee. Bij deze tocht verkende ze de Nijl tot in Zuid-Soedan. Op 4 april 1862 arriveerde de groep in Khartoum. Een maand later trokken zij verder zuidwaarts. Henriette en Alexandrine maakten de tocht daarna nog een keer, toen voegde ook de Duitse ontdekkingsreiziger Theodor von Heuglin zich bij het uitgebreide reisgezelschap. Adrienne bleef toen ruim veertien maanden in Khartoum achter. Nadat moeder en dochter terug waren, overleed Henriette. Ze verlieten Khartoum in juli 1864 en keerden naar Caïro terug om een volgende reis voor te bereiden.
In 1869 vertrok ze vanuit Algiers voor een reis door de Sahara. Haar karavaan werd door Toearegs aangevallen, die werden geholpen (en waarschijnlijk ingeschakeld) door Arabieren uit Tinne's eigen gezelschap. Tinne werd vermoord door twee houwen met een zwaard en een geweerschot. Ze stierf door bloedverlies.
Haar leven werd in 2007 verfilmd onder de titel "Als een vlieg naar de vlam" door Barbara Hanlo.

2020-05-19 00:00:00

Prinsjes en prinses. Uit het huwelijk met Willem II kreeg Anna Paulowna vijf kinderen. Waarvan Willem (1817–1890) de oudste was en later Koning Willem III zou worden. De andere kinderen waren Alexander (1818–1848), Hendrik (1820–1879), Ernst Casimir (1822) en Sophie (1824–1897).

2020-05-19 00:00:00

Apaches
Geronimo was een Noord-Amerikaanse indianenleider, behorende tot de stam van de Apaches, meer bepaald de Chiricahua-Apaches. Zijn Apachenaam luidde 'Goyaałé'. De naam Geronimo is hiervan een verbastering. Wikipedia
Geboren: 16 juni 1829, New Mexico, Verenigde Staten
Overleden: 17 februari 1909, Fort Sill, Oklahoma, Verenigde Staten
Volledige naam: Goyahkla
Kinderen: Robert Geronimo, Jeronimo Jr., Dohn-say, Eva Geronimo, Fenton Geronimo, meer
Echtgenotes: Azul (geh. ?–1909), Alope (geh. ?–1851)
Barbaars wat ze zo’n trots en wijs volk hebben aangedaan. Land ingepikt en vernederd en weggestopt in reservaten waar hij zich uiteindelijk heeft overgegeven en op het laatst souvenirs liep te verkopen. Er waren 5000 soldaten nodig om een groepje van 36 opstandige indianen te onderwerpen. Degenen die hun land gestolen hebben zijn de barbaren!

2020-07-12 00:00:00

Armauer Hansen ontdekt de Lepra bacterie
Bergen 1873 – Het lijken maar onbeduidend kleine, rechte staafjes maar in werkelijkheid betekent het veel meer. Wat de Noor Armauer Hansen altijd al vermoedde ziet hij op 28 februari 1873 door de lens van zijn microscoop: lepra wordt veroorzaakt door een bacterie, niet door erfelijkheid. Een jarenlang mysterie wordt hiermee eindelijk opgelost.
Middeleeuwen
De ziekte lepra is één van de oudsten ter wereld en komt al zeker 4000 jaar in India voor. West Europa kwam er voor het eerst mee in aanraking in de middeleeuwen, toen de kruisvaarders de ziekte meenamen vanuit het Midden Oosten. Hier werden lepralijders (of melaatsen) als onrein gezien. De ziekte zou een straf van God voor begane zonden zijn en de leprapatiënten werden verbannen en verjaagd uit de steden. In de late middeleeuwen en vroegmoderne tijd werden buiten deze steden speciale leprozenhuizen gebouwd, waar de patiënten verzorgd werden.
Noorwegen
De ziekte kostte veel mensen het leven, maar verdween in de 17e eeuw bijna volledig uit West Europa. Vreemd genoeg kwam de ziekte in Noorwegen nog wel veel voor. In het Noorse Bergen bestond dan ook nog een speciaal lepra ziekenhuis, waar ook onderzocht werd hoe lepra zich verspreidde. In 1847 publiceerden twee onderzoekers hier het boek Om Spedalskhed (Over lepra). De belangrijkste conclusie uit dit boek was dat lepra erfelijk was, doordat 70 procent van de patiënten afkomstig was uit een familie waarin lepra voorkwam.
Armauer Hansen
De jonge arts Armauer Hansen had hier echter heel andere ideeën over. Na het afronden van zijn medicijnenstudie in Oslo, keerde hij in 1868 terug naar zijn geboortedorp Bergen, om hier in het speciale ziekenhuis te gaan werken. Al tijdens zijn studie had Hansen vermoedens dat lepra door een bacterie veroorzaakt werd en dus besmettelijk was. Toen hij het bewijs hiervoor in 1873 onder de microscoop vond, stuitte dit op veel protest in de wetenschappelijke gemeenschap. Hansen moest zijn bevindingen voor de rechter verdedigen en meerdere wetenschappers, waaronder Albert Neisser, de ontdekker van de gonorroe bacterie, probeerden met zijn onderzoek aan de haal te gaan. Uiteindelijk werd hij in 1909, tijdens het Tweede Internationale Lepra Congres, als ontdekker van de lepra bacil erkend en werd de ziekte bekend onder de naam ‘Hansen disease’

2020-07-12 00:00:00

Arrestatie Mata Hari
Op 13 februari 1917 wordt de van oorsprong Nederlandse danseres en spionne Mata Hari gearresteerd in Parijs. De Fransen verdachten haar ervan een spionne voor de Duitsers te zijn. Hoewel er geen sluitend bewijs is wordt zij datzelfde jaar nog geëxecuteerd.
De Nederlandse Mata Hari
Mata Hari werd op 7 augustus 1876 geboren in Leeuwarden als Margaretha Geertruida Zelle. Mata Hari kreeg tot haar dertiende privélessen Frans, Duits en Engels. Haar ouders scheidden kort na het faillissement van haar vader in 1889. In 1891 overleed haar moeder en kwam zij bij een oom in Den Haag te wonen waar zij een opleiding tot kleuterleidster volgde. In 1894 reageerde Margaretha op een huwelijksadvertentie in Het Nieuws van den Dag. Zij trouwde met de man uit de advertentie, Rudolph MacLeod, een militair die twintig jaar ouder was. Zij woonden een aantal jaar in Nederlands-Indië en na hun terugkeer in Nederland besloten zij in 1902 te scheiden.
Mata Hari als danseres en spionne
Na de scheiding trok Margaretha naar Parijs waar zij vanaf 1905 een bekende danseres was in de uitgaanswereld en mocht zelfs optreden in de Scala in Milaan. Margaretha trad op onder de naam Mata Hari wat Maleis is voor ‘oog van de dag’. In 1914 kreeg zij het aanbod om voor een half jaar in het Metropol-theater in Berlijn op te treden. Het uitbreken van Eerste Wereldoorlog maakte echter een einde aan haar danscarrière: alle theaters werden gesloten. Mata Hari keerde voor korte tijd terug naar Nederland om vervolgens weer naar Parijs te gaan. Voordat zij terugkeerde naar Parijs werd zij door de Duitse geheime dienst gevraagd om voor 20000 franc in Frankrijk voor hun te spioneren. Zij nam het geld aan maar was nooit van plan geweest om daadwerkelijk te spioneren. De Franse en Britse geheime diensten wisten van het contact tussen Mata Hari en de Duitsers. Bovendien paste zij perfect in het profiel van spionne: ze reisde veel, sprak haar talen en ontmoette mannen in hoge functies. In Frankrijk werd zij gevraagd om te spioneren voor de Franse regering. In ruil voor een grote som geld brengt Mata Hari verslag uit over de contacten tussen haar en de Duitsers. Hoewel zij de Duitsers bedonderde was zij niet van plan om ditzelfde met de Fransen te doen. Des te opmerkelijker was haar arrestatie in parijs op 13 februari 1917.
Arrestatie en terechtstelling Mata Hari
Op 13 februari 1917 werd Mata Hari door zes politieagenten opgehaald uit haar hotel en gearresteerd. Er was geen sluitend bewijs voor haar schuld, desalniettemin werd zij op 15 juli datzelfde jaar ter dood veroordeeld en op 15 oktober werd zij door een peloton geëxecuteerd. Waarom zij door de Fransen veroordeeld werd blijft onduidelijk. Een theorie is dat zij in de val werd gelokt, een andere theorie luidt dat zij sowieso alle schijn tegen had. Misschien wilden de Fransen het moreel hooghouden tijdens de oorlog door haar te executeren. In 2017 gaf de Franse regering het dossier van Matta Hari vrij, ook hieruit blijkt dat er niet genoeg bewijs was voor haar veroordeling.

2020-07-12 00:00:00

1914 , oktober; Aankomst van Belgische vluchtelingen in Tilburg (Nederland) gen. Duizenden moesten in Tilburg gehuisvest worden, met alle problemen van dien. Behalve voor huisvesting moest ook gezorgd worden voor voeding, kleding, scholing voor de kinderen, werkgelegenheid, bewaking van de ‘openbare zeden’ en uiteindelijk ook terugkeer naar het land van herkomst. Daarnaast werd de Nederlandse neutraliteit gewaarborgd door gemobiliseerde militairen. Hun massale aanwezigheid in en rond de stad drukte eveneens een stempel op het dagelijks leven.

2020-07-12 00:00:00

Berberleeuw in Algerije, 1893. Deze leeuw leefde in heel noordelijk Afrika, van Marokko tot Egypte. In de Oudheid kwam deze ondersoort nog algemeen voor. Tot in de 19e eeuw waren er nog verspreide populaties en loofde de Franse overheid in Algerije premies uit voor het afschieten van leeuwen. Rond 1880 werden in Algerije zo nog meer dan 100 leeuwen gedood in een jaar. Maar tegen het einde van de eeuw was de leeuw al zeldzaam geworden. De Berberleeuw stierf in 1920 in het wild uit, toen het laatste exemplaar in Marokko werd doodgeschoten.

2020-07-16 00:00:00

1919 Spaanse grieppandemie.

2020-07-16 00:00:00

1919 Spaanse grieppandemie.

2020-07-16 00:00:00

Amerikanen tijdens de Spaanse griepepidemie van 1918-1920. Op het bordje van de mevrouw uiterst rechts staat Draag een masker, of ga naar de gevangenis

2020-07-16 00:00:00

Familieportret tijdens de Spaanse griep in 1918. Zelfs de poes moest er aan geloven

2020-07-16 00:00:00

Openbare leven 1919

2020-07-16 00:00:00

Amerikaanse soldaten tijdens de Spaanse griepepidemie van 1918-1920
Tegen half september 1918 verspreidt de Spaanse griep zich als een strovuurtje bij het personeel van het Amerikaanse leger en marine in Philadelphia. Maar volgens Wilmer Krusen, hoofd van de gezondheidsdienst van de stad, hebben de militairen alleen maar last van een klassiek griepje, dat zal gaan liggen voor het de bevolking kan aantasten.
Als op 21 september toch de eerste burgers ziek worden, zijn veel artsen bezorgd dat een epidemie is begonnen. Maar Krusen en zijn raadgevers geven de Philadelphians de raad “zich warm te houden om de kans op een besmetting te verminderen”. Zelfs al neemt het aantal zieken dag na dag toe, Krusen weigert om een grote parade, ten voordele van een oorlogslening, af te gelasten. Hij wil niet dat een opbrengst van mogelijk miljoenen dollars verloren zouden gaan. Experts waarschuwen hem dat de parade als olie op het vuur zal zijn en dat de ziekte zo verspreid zal worden.
Hun vrees wordt bewaarheid. Amper 72 uur na de parade op 28 september liggen alle 31 ziekenhuizen in de stad vol en voor het einde van de week zijn er 2.600 doden.

2020-07-16 00:00:00

Stadsbeeld

2020-07-16 00:00:00

De Spaanse griep was een beruchte griep-pandemie in de jaren 1918-1919. Deze wereldwijde epidemie eiste naar schatting 20 tot 100 miljoen levens, een aantal dat het totale dodental van de Eerste Wereldoorlog ruimschoots overtreft.
Het virus dat de Spaanse griep veroorzaakte was van het type H1N1.
Naamgeving
Ondanks de naam ligt de oorsprong van deze ziekte naar alle waarschijnlijkheid niet in Spanje. Anno 2020 is nog steeds niet met zekerheid vast te stellen waar de bakermat van deze pandemie zich bevond. De Verenigde Staten, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en China, alsook andere landen, worden in verscheidene studies als mogelijk land van origine genoemd.
Een van de theorieën situeert het begin van de Spaanse griep in Haskell County (Kansas). Hier brak in januari 1918 een griepepidemie uit die niet ouderen en kinderen trof, maar jongvolwassenen. In februari viel een aantal doden. De plattelandsarts stuurde een beschrijving naar de gezondheidsautoriteiten, die haar op 5 april publiceerden.
De epidemie was eind februari weer even plotseling verdwenen als ze was gekomen, en de opgeroepen jongemannen uit de streek hadden zich voor legerdienst gemeld bij Camp Funston op Fort Riley. Prompt brak daar de ziekte uit, te beginnen met de legerkok op 4 maart. De troepentransporten naar Europa zorgden voor een verdere verspreiding. Dit nieuwe virus, van het subtype H1N1, heeft uiteindelijk geleid tot de pandemie.
Het werd Spaanse griep genoemd, omdat kranten in Spanje, een neutraal land in de Eerste Wereldoorlog, er het eerst over berichtten. In Spanje, waar geen oorlogscensuur bij de media heerste, sloegen de kranten groot alarm toen verschillende mensen aan het virus stierven. De dood trad in na enkele dagen van koortsaanvallen die aan griep deden denken. Zo kreeg het virus zijn nogal misleidende naam. De Spaanse griep begon met hoge koorts, hoesten, spierpijn en keelpijn, gevolgd door extreme moeheid en flauwten. Men verloor zoveel energie dat men niet meer kon eten en drinken. De ademhaling werd steeds moeilijker en binnen enkele dagen trad de dood in. De Spaanse griep had de opmerkelijke eigenschap om jonge volwassenen te treffen. Dit in tegenstelling tot gangbare griepepidemieën, waarbij met name kinderen en bejaarden de ziekte krijgen en laatstgenoemden de grootste risico’s lopen. In augustus 1918 had de helft van de Amerikaanse soldaten in Europa de ziekte: 43.000 man overleefden het niet. (Dit is bijna de helft van het aantal Amerikanen dat in Europa stierf; aan het front vielen ruim 50.000 man.) De ziekte sloeg snel over naar andere legerkorpsen, ook de Duitse.
Verspreiding
Toen de oorlog op 11 november 1918 eindigde en soldaten naar hun land terugkeerden, werden ze overal ter wereld feestelijk onthaald. Door deze wereldwijde massabijeenkomsten verspreidde het virus zich gemakkelijk. In de VS stierven 675.000 mensen, in Frankrijk 200.000, in Engeland 400.000, in België naar schatting 282.165, in Nederland meer dan 40.000. In India en Rusland stierven miljoenen mensen. Al met al lijkt het erop dat 20% van de toenmalige wereldbevolking besmet raakte, in totaal een half miljard mensen. De meest voorzichtige schattingen komen op 20 tot 40 miljoen doden. En net zo snel als het kwam, verdween het virus ook weer: eind 1919 was het voorbij. Alleen Australië heeft de ziekte tijdelijk buiten de deur kunnen houden door het instellen van een strikte maritieme quarantaine. In 1919 brak de pandemie ook in Australië uit en ondanks de maatregelen de verspreiding te beperken, werd 40% van de bevolking ziek en stierven 15.000 mensen. De ziekte was in de tussentijd tot een mildere vorm geëvolueerd en buiten Australië was bijna iedereen immuun geworden, waardoor de pandemie uitstierf.
Nederland
Het officiële aantal slachtoffers van de griep in Nederland in 1918 was 17.396. In 1919 was dat 1550, en in 1920, 2454. Daar komen echter nog bij de mensen die door deze griep longontsteking hebben gekregen en daarvan niet zijn hersteld. Dit aantal beliep 38.000. Het totale aantal slachtoffers van deze griep beliep dus in Nederland bijna 60.000 mensen. Het sterftecijfer schoot in 1918 omhoog van 13.12 in 1917 naar 17.10 per 1000 inwoners.
Nederlands-Indië[bewerken | brontekst bewerken]
In de voormalige Nederlandse kolonie Nederlands-Indië ging de Spaanse griep het meest tekeer. Daar vielen alleen al in november 1918 486.000 doden, terwijl het sterftecijfer in heel 1917 70.000 bedroeg. De krant Het Volk meldde op 20 december 1918 dat er alleen al op Java een miljoen personen waren overleden.[13] In heel Nederlands-Indië vielen in totaal 1,5 miljoen slachtoffers te betreuren.
Risicogroep
Het meest bevreemdend van de Spaanse griep was de groep mensen waarin de mortaliteit het hoogst was. De gangbare risicogroepen bij de jaarlijkse "gewone" griepgolven zijn bejaarden en jonge kinderen met hartstoornissen. Van deze groepen vormen de bejaarden verreweg de grootste risicogroep, waarbij het sterftecijfer als gevolg van de griep het hoogst is. Zuigelingen en peuters tot en met 4 jaar hebben over het algemeen nog antilichamen (immuniteit) meegekregen van de moeder, voornamelijk door borstvoeding. De Spaanse griep had de hoogste mortaliteit echter in de leeftijdsgroep 14- tot 21-jarigen. Na onderzoek van de longen van personen die aan de Spaanse griep zijn gestorven en in Alaska zijn begraven, is het virus nagemaakt. Hieruit bleek dat de griep vooral mensen in de leeftijdsgroep 20 tot 40 jaar trof, die normaliter het sterkste immuunsysteem hebben. Het kan daarom zijn, dat de sterfte veroorzaakt wordt door een te sterke reactie van het immuunsysteem (cytokinestorm).
Er bestaan ten minste drie theorieën over de oorsprong van het virus.
Sommige onderzoekers nemen aan dat de oorzaak van de griep een gemuteerd varkensvirus uit China was, dat misschien via Chinese spoorwegarbeiders in de VS belandde.
Een tweede theorie is dat het vogelvirus spontaan muteerde in Fort Riley, Kansas. In dit fort fokte men kippen en varkens voor eigen gebruik. Een kok zou besmet kunnen zijn geraakt met het virus, dat vanuit de kippen via de varkens dus bij de mens aankwam. Door mutatie was het virus in staat om besmetting van mens tot mens tot stand te brengen.
Volgens een derde theorie zou deze griep mogelijk voor het eerst zijn waargenomen in een Brits legerhospitaal in het Noord-Franse Étaples, waar artsen vanaf eind 1916 een uitbraak van 'etterige bronchitis' constateerden. Vrijwel tegelijkertijd werden deze verschijnselen ook gesignaleerd bij een legeronderdeel in het Zuid-Engelse Aldershot.
In september 2005 zijn microbiologen van het US Armed Forces Institute for Pathology erin geslaagd om het virus na te maken. Het onderzoek was gebaseerd op viraal RNA uit de long van een soldaat die in 1918 was gestorven. De eiwitmantel van het virus had een structuur met als type H1N1.

2020-07-16 00:00:00

De Spaanse griep was een beruchte griep-pandemie in de jaren 1918-1919. Deze wereldwijde epidemie eiste naar schatting 20 tot 100 miljoen levens, een aantal dat het totale dodental van de Eerste Wereldoorlog ruimschoots overtreft.
Het virus dat de Spaanse griep veroorzaakte was van het type H1N1.
Naamgeving
Ondanks de naam ligt de oorsprong van deze ziekte naar alle waarschijnlijkheid niet in Spanje. Anno 2020 is nog steeds niet met zekerheid vast te stellen waar de bakermat van deze pandemie zich bevond. De Verenigde Staten, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en China, alsook andere landen, worden in verscheidene studies als mogelijk land van origine genoemd.
Een van de theorieën situeert het begin van de Spaanse griep in Haskell County (Kansas). Hier brak in januari 1918 een griepepidemie uit die niet ouderen en kinderen trof, maar jongvolwassenen. In februari viel een aantal doden. De plattelandsarts stuurde een beschrijving naar de gezondheidsautoriteiten, die haar op 5 april publiceerden.
De epidemie was eind februari weer even plotseling verdwenen als ze was gekomen, en de opgeroepen jongemannen uit de streek hadden zich voor legerdienst gemeld bij Camp Funston op Fort Riley. Prompt brak daar de ziekte uit, te beginnen met de legerkok op 4 maart. De troepentransporten naar Europa zorgden voor een verdere verspreiding. Dit nieuwe virus, van het subtype H1N1, heeft uiteindelijk geleid tot de pandemie.
Het werd Spaanse griep genoemd, omdat kranten in Spanje, een neutraal land in de Eerste Wereldoorlog, er het eerst over berichtten. In Spanje, waar geen oorlogscensuur bij de media heerste, sloegen de kranten groot alarm toen verschillende mensen aan het virus stierven. De dood trad in na enkele dagen van koortsaanvallen die aan griep deden denken. Zo kreeg het virus zijn nogal misleidende naam. De Spaanse griep begon met hoge koorts, hoesten, spierpijn en keelpijn, gevolgd door extreme moeheid en flauwten. Men verloor zoveel energie dat men niet meer kon eten en drinken. De ademhaling werd steeds moeilijker en binnen enkele dagen trad de dood in. De Spaanse griep had de opmerkelijke eigenschap om jonge volwassenen te treffen. Dit in tegenstelling tot gangbare griepepidemieën, waarbij met name kinderen en bejaarden de ziekte krijgen en laatstgenoemden de grootste risico’s lopen. In augustus 1918 had de helft van de Amerikaanse soldaten in Europa de ziekte: 43.000 man overleefden het niet. (Dit is bijna de helft van het aantal Amerikanen dat in Europa stierf; aan het front vielen ruim 50.000 man.) De ziekte sloeg snel over naar andere legerkorpsen, ook de Duitse.
Verspreiding
Toen de oorlog op 11 november 1918 eindigde en soldaten naar hun land terugkeerden, werden ze overal ter wereld feestelijk onthaald. Door deze wereldwijde massabijeenkomsten verspreidde het virus zich gemakkelijk. In de VS stierven 675.000 mensen, in Frankrijk 200.000, in Engeland 400.000, in België naar schatting 282.165, in Nederland meer dan 40.000. In India en Rusland stierven miljoenen mensen. Al met al lijkt het erop dat 20% van de toenmalige wereldbevolking besmet raakte, in totaal een half miljard mensen. De meest voorzichtige schattingen komen op 20 tot 40 miljoen doden. En net zo snel als het kwam, verdween het virus ook weer: eind 1919 was het voorbij. Alleen Australië heeft de ziekte tijdelijk buiten de deur kunnen houden door het instellen van een strikte maritieme quarantaine. In 1919 brak de pandemie ook in Australië uit en ondanks de maatregelen de verspreiding te beperken, werd 40% van de bevolking ziek en stierven 15.000 mensen. De ziekte was in de tussentijd tot een mildere vorm geëvolueerd en buiten Australië was bijna iedereen immuun geworden, waardoor de pandemie uitstierf.
Nederland
Het officiële aantal slachtoffers van de griep in Nederland in 1918 was 17.396. In 1919 was dat 1550, en in 1920, 2454. Daar komen echter nog bij de mensen die door deze griep longontsteking hebben gekregen en daarvan niet zijn hersteld. Dit aantal beliep 38.000. Het totale aantal slachtoffers van deze griep beliep dus in Nederland bijna 60.000 mensen. Het sterftecijfer schoot in 1918 omhoog van 13.12 in 1917 naar 17.10 per 1000 inwoners.
Nederlands-Indië[bewerken | brontekst bewerken]
In de voormalige Nederlandse kolonie Nederlands-Indië ging de Spaanse griep het meest tekeer. Daar vielen alleen al in november 1918 486.000 doden, terwijl het sterftecijfer in heel 1917 70.000 bedroeg. De krant Het Volk meldde op 20 december 1918 dat er alleen al op Java een miljoen personen waren overleden.[13] In heel Nederlands-Indië vielen in totaal 1,5 miljoen slachtoffers te betreuren.
Risicogroep
Het meest bevreemdend van de Spaanse griep was de groep mensen waarin de mortaliteit het hoogst was. De gangbare risicogroepen bij de jaarlijkse "gewone" griepgolven zijn bejaarden en jonge kinderen met hartstoornissen. Van deze groepen vormen de bejaarden verreweg de grootste risicogroep, waarbij het sterftecijfer als gevolg van de griep het hoogst is. Zuigelingen en peuters tot en met 4 jaar hebben over het algemeen nog antilichamen (immuniteit) meegekregen van de moeder, voornamelijk door borstvoeding. De Spaanse griep had de hoogste mortaliteit echter in de leeftijdsgroep 14- tot 21-jarigen. Na onderzoek van de longen van personen die aan de Spaanse griep zijn gestorven en in Alaska zijn begraven, is het virus nagemaakt. Hieruit bleek dat de griep vooral mensen in de leeftijdsgroep 20 tot 40 jaar trof, die normaliter het sterkste immuunsysteem hebben. Het kan daarom zijn, dat de sterfte veroorzaakt wordt door een te sterke reactie van het immuunsysteem (cytokinestorm).
Er bestaan ten minste drie theorieën over de oorsprong van het virus.
Sommige onderzoekers nemen aan dat de oorzaak van de griep een gemuteerd varkensvirus uit China was, dat misschien via Chinese spoorwegarbeiders in de VS belandde.
Een tweede theorie is dat het vogelvirus spontaan muteerde in Fort Riley, Kansas. In dit fort fokte men kippen en varkens voor eigen gebruik. Een kok zou besmet kunnen zijn geraakt met het virus, dat vanuit de kippen via de varkens dus bij de mens aankwam. Door mutatie was het virus in staat om besmetting van mens tot mens tot stand te brengen.
Volgens een derde theorie zou deze griep mogelijk voor het eerst zijn waargenomen in een Brits legerhospitaal in het Noord-Franse Étaples, waar artsen vanaf eind 1916 een uitbraak van 'etterige bronchitis' constateerden. Vrijwel tegelijkertijd werden deze verschijnselen ook gesignaleerd bij een legeronderdeel in het Zuid-Engelse Aldershot.
In september 2005 zijn microbiologen van het US Armed Forces Institute for Pathology erin geslaagd om het virus na te maken. Het onderzoek was gebaseerd op viraal RNA uit de long van een soldaat die in 1918 was gestorven. De eiwitmantel van het virus had een structuur met als type H1N1.

2020-07-16 00:00:00

1919 Spaanse grieppandemie. De Verpleging

2020-07-16 00:00:00

1919 Spaanse grieppandemie. Tijdens een voetbalwedstrijd

2020-07-16 00:00:00

16 oktober 1918. Tijdens de uitbraak van de Spaanse Griep werd aangeraden overal mondmaskers te dragen, ook binnenshuis. Hier een typiste aan het werk in New York.

2021-09-29 00:00:00

Piramide van Cheops
Van de 7 wereld wonderen bestaat er nog 1!
De 7 wereld wonderen zijn:
Piramide van Cheops
Kolossus van Rodos
Hangende tuinen van Babylon
Mausoleum van Halicarnassus in Anatolië
Pharos van Alexandrië
Beeld van Zeus in Olympia
Tempel van Artemis in Efeze
Alleen de Piramide van Cheops bestaat nog, de rest is in de loop van de eeuwen vergaan. Er is maar een relatief korte periode van 60 jaar geweest dat alle 7 wereld wonderen tegelijkertijd bestonden. Daarna zijn door aardbevingen, brand, overstroming en plundering 6 van de 7 wereld wonderen verwoest

2021-09-29 00:00:00

18e eeuwse instructie tekening voor chirurgen. Hoe te amputeren.

2021-09-29 00:00:00

2000 jaar oude schoenen van een kind. Ontdekt in de oude stad Palmyra in het huidige Syrië.

2021-09-29 00:00:00

Aarde gezien door de bemanning van de Apollo 8 in 1968

2021-09-29 00:00:00

Aardewerken schaal, Ottomaans Turkije, circa 1590.

2021-09-29 00:00:00

AFRIKAANSE VROUW in AMERIKA'S VRIJE STATEN - 1870 tot 1900

2022-02-15 00:00:00

10e eeuwse viking amulet.
Een van de eerste bekende vertegenwoordigingen van (Thor’s Hamer). Ontdekt in Ödeshög-Östergötland in Zweden.

2022-02-15 00:00:00

Amerikaanse Begraafplaats Margraten
De Amerikaanse Begraafplaats Margraten, in het Engels: Netherlands American Cemetery and Memorial, is een Amerikaanse militaire begraafplaats en monument ter nagedachtenis aan de overleden soldaten van de Verenigde Staten van Amerika ten tijde van de strijd in Zuid-Limburg, het Ardennenoffensief en in het Roergebied, gedurende de Tweede Wereldoorlog. De begraafplaats is gelegen tussen de plaatsen Margraten en Cadier en Keer, aan de N278.
De begraafplaats in 1945
De begraafplaats is ontstaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. In 1944 kreeg kapitein Shomon, toenmalig commandant van de 611th Graves Registration Company, de opdracht om voor het Amerikaanse Negende Leger een plaats te vinden voor een begraafplaats. Er werden veel doden verwacht bij de opmars richting Berlijn, en men wilde geen slachtoffers begraven op vijandelijk grondgebied. Begin oktober 1944 diende hij zich aan bij het gemeentehuis van Margraten, dat op 13 september was bevrijd. Daar kreeg hij de beschikking over 30 hectare grond langs de rijksweg westelijk van de dorpskern. De grond werd door de Nederlandse overheid in bruikleen gegeven aan de Amerikanen. Het gebied werd verboden terrein voor burgers. In november begon de aanleg.
Voor de eerdere gebruikers van de grond, enkele tientallen boerengezinnen, kwam de aanleg onverwacht. Er was geen sprake van overleg. Soms was het mogelijk om de oogst van een perceel grond nog weg te halen voor het begraven begon, maar vaak ook niet. Het duurde jaren voor de benadeelden (zowel grondeigenaren als pachters) een vergoeding kregen.
Door het natte weer was de grond, vette löss, erg modderig, wat het werk erg moeilijk maakte. Rijdend materieel zakte weg in de modder, evenals de stenen en kiezel waarmee men probeerde de boel berijdbaar te maken. Het 172nd Engineer Combat Batallion kreeg de taak om een toegangsweg van de Rijksweg naar de begraafplaats aan te leggen, een afstand van 650 m. Men dacht eerst dat het een karwei was van 3 dagen voor 30 man. Uiteindelijk waren er vierhonderd man nodig. Zij maakten van aan elkaar vastgemaakte boomstammen een knuppelweg waarop nog kiezel moest worden gestort. Het duurde twee maanden voordat er een bruikbare toegangsweg was.
Voor de plaatselijke bevolking had de aanwezigheid van de Amerikanen enkele voordelen: zo konden gezinnen die last hadden van vlooien DDT gebruiken voor de bestrijding, en men kon via de soldaten goedkoop aan schoenen komen. Zeep, sigaretten, koffie, waspoeder en chocolade, verder nauwelijks verkrijgbaar, kreeg men ook van de soldaten, vaak in ruil voor wederdiensten zoals onderdak, koken en het herstellen of wassen van kleding. Er werden ook wel lijkzakken verwerkt tot overhemden, tafelkleden, jasschorten en gordijnen. De schaarste aan textiel was zodanig dat ook gebruikte lijkzakken werden hergebruikt.
De begraafplaats in 1948
De manschappen van het 611th GRC, die aan verschillende onderdelen van het Negende Leger waren toegevoegd, hadden als taak om na gevechten op het slagveld gegevens van de gesneuvelden te registreren en de doden op te halen. Die werden vervolgens naar verzamelpunten gebracht, van waaruit ze naar een centrale plaats gingen. Daarvandaan werden ze per vrachtwagen naar Margraten vervoerd. Dat was soms een reis van honderden kilometers.
Eenmaal in Margraten werden de lijken afgeladen, hetgeen niet altijd respectvol gebeurde. Daarna werden ze ontdaan van munitie en persoonlijke bezittingen, op de zgn. stripping line. Dat werd gedaan door de 960th Quartermaster Service Company (260 man), vanaf midden december door de 3136th QSC; die eenheden bestonden uit zwarte militairen. Zij deden ook het zware werk: het verplaatsen van de lijken en het graafwerk. Ook Duitse soldaten werden door hen begraven. Voor veel inwoners van Margraten waren deze Amerikanen de eerste zwarte mensen die zij in hun leven zagen.
De lijken werden zonder kist begraven; ze zouden immers later weer worden opgegraven. Ze werden, geheel gekleed, in matrashoezen of lijkzakken verpakt en zo begraven. Van de twee identiteitsplaatjes werd er een meebegraven; het andere werd achter op het kruis of davidsster gespijkerd dat bij het graf hoorde.
Bij een te grote aanvoer van lijken (soms ruim 500 op een dag) werden deze begraven, soms pas na enkele dagen, samen met een glazen pot met daarin de papieren en bezittingen. Die werden dan later weer gebruikt voor identificatie en registratie. Bij grote drukte in maart 1945 werd ook hulp gezocht bij de lokale bevolking; de burgemeester J.J.E.H. Ronckers ging de huizen langs om mensen te mobiliseren. Zij dolven graven (normaal gesproken twee per persoon per werkdag) en droegen er de lijken naartoe. Als voorman en contactpersoon van de Nederlanders fungeerde Jan Silvius, bijgenaamd Hollandse Jan, die Engels had geleerd op de wilde vaart.
Ook Duitse krijgsgevangenen werkten op de begraafplaats; zij droegen zorg voor graven van Duitse gesneuvelden. Zij werden elke dag van Hendrik-Kapelle in België naar Margraten gereden en weer terug.
In januari 1945 werd het Burger Comite Margraten USA Begraafplaats opgericht door burgemeester Ronckers en pastoor Ramakers. Het comité zamelde geld in voor bloemen en missen, en trachtte een Tourist House op te richten dat goedkoop onderdak kan bieden aan bezoekers. Later organiseerde men ook de gravenadoptie. Daaraan werd met man en macht gewerkt met als resultaat dat voor de tweede Memorial Day, in mei 1946, alle graven geadopteerd werden. Er werd een speciale ambtenaar aangesteld ten behoeve van de enorme administratie van meer dan 40000 systeemkaarten. Dat bleef zo tot 1953.
Op Memorial Day 1945, op 30 mei, zag de begraafplaats er prachtig uit en commandant William Hood Simpson van het Negende Leger sprak die dag zijn waardering uit voor het verrichte werk.
Het 611th GRC van kapitein Shomon werd op 1 juli 1945 vervangen door het 603rd GRC (in Margraten werd in de jaren 1960 een straat naar Shomon genoemd). Zij vestigden hun hoofdkwartier in café-restaurant "De Fruitveiling".
Na het einde van de oorlog nam opperbevelhebber Dwight D. Eisenhower het besluit om alle tijdelijke begraafplaatsen in Duitsland te ruimen en de lijken te herbegraven in Margraten en Henri-Chapelle. De laatste herbegrafenis was op 30 maart 1946. Er lagen toen 17742 Amerikanen en 1026 overige geallieerden (waaronder ruim 700 soldaten van het Rode Leger) begraven, en ook 3075 Duitsers (op een stuk terrein aan de Honthemse kant, dat van de rest was afgescheiden door een heg, en gemarkeerd met een bordje "Enemy dead"). Ook werd de begraafplaats verfraaid met paden, beplanting, een kapel (gebouwd door Duitse krijgsgevangenen) en een bezoekerscentrum. Op Memorial Day in die jaren waren veel schoolklassen aanwezig.
In 1947 werd de begraafplaats in Margraten, tot dan toe tijdelijk, aangewezen als permanente begraafplaats. Toen pas kon worden begonnen met de definitieve inrichting. Het ontwerp daarvoor werd gemaakt door architectenbureau Shepley, Bulfinch, Richardson and Abbott uit Boston; de landschapsarchitectuur werd verzorgd door Clark, Rapuano and Halleran uit New York.
De niet-Amerikaanse doden werden verplaatst naar elders. De slachtoffers uit de voormalige Sovjet-Unie werden herbegraven op het Sovjet Ereveld Leusden. De Duitsers werden verplaatst naar de Duitse militaire begraafplaats in Ysselsteyn. Er kwamen ook graven bij: de Amerikaanse doden die begraven lagen op de begraafplaats in Son en in Molenhoek werden overgebracht naar Margraten. Het aantal graven kwam zo boven de 18000.
Eind 1948 werd begonnen met het opgraven van alle doden. Hieraan werkten veel lokale bewoners mee; het gebrek aan werkgelegenheid maakte het onaangename werk toch aantrekkelijk genoeg. Zij deden het graafwerk tot het stoffelijk overschot werd aangetroffen; daarna namen de Amerikanen het over. De doden werden naar een loods gebracht. Daar werden ze ontdaan van kleding en in een metalen kist gelegd, die van binnen met witte zijde was bekleed. Die kist werd in een houten transportkist geplaatst. De resten kleding werden verbrand.
Een groot deel, ruim 10000, werd gerepatrieerd naar de VS. Uiteindelijk kregen 8301 doden hun definitieve graf in Margraten. De kisten werden niet, zoals tot dan toe, in rechte lijnen geplaatst in vierkante vakken, maar in gebogen lijnen; daarmee kreeg de begraafplaats haar huidige waaiervorm. Er werd per vak machinaal grond weggegraven, vervolgens werd er beton gestort. Daarop werden de doden geplaatst en ten slotte weer machinaal met grond bedekt. Vervolgens werd er gras gezaaid en werden de wit marmeren kruisen en davidsterren geplaatst (vastgezet in een betonnen band). Het werk werd voltooid in 1949. De begraafplaats werd toen overgedragen aan de American Battle Monuments Commission.
Tussen 1950 en 1960 werd de begraafplaats verder verfraaid. De graven werden voorzien van witte marmeren kruisen en davidsterren. Er kwam een toren en nog enkele gebouwen. De "Walls of the Missing" zijn in deze periode gemaakt. De namen daarin zijn uitgehouwen door vier Duitsers.
7 juli 1960, de begraafplaats wordt officieel ingewijd door koningin Juliana
Na de opening werd een deel van de Nederlanders ontslagen; een deel bleef in dienst voor onderhoudswerk, waaronder grasmaaien (het gras was als een biljartlaken) en snoeiwerk.
In 2002 werd het werk van het Burger Comité overgenomen door de nieuw opgerichte Stichting Adoptie Graven Amerikaanse Begraafplaats Margraten.
Herdenkingsplechtigheden
Elk jaar op de zondag voor Memorial Day (de laatste maandag in mei) worden de doden herdacht. In 2011 vond de plechtigheid plaats op zondag 29 mei.
In 2005 woonde president George W. Bush een grote plechtige bijeenkomst bij. Dit was voor het eerst dat een Amerikaanse president de begraafplaats bezocht. Ook op 24 mei 2009 was er een grote herdenking.
In 2020 leidden koning Willem-Alexander en de Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra op 24 mei, de zondag voor de Amerikaanse herdenkingsdag Memorial Day, een plechtige herdenking - de enige in zijn soort in Europa - voor de meer dan 10.000 in Margraten begraven Amerikanen die hun leven gaven voor de bevrijding van Nederland 75 jaren geleden, zonder publiek wegens de Covid-19-crisis. De koning en ambassadeur Hoekstra legden kransen, evenals de Minister van Defensie. De directeur van de begraafplaats deelde in zijn toespraak een ontroerend verhaal over twee van de gevallenen met een unieke band en de Koninklijke Luchtmacht voerde als eresaluut een fly-by uit in de zogeheten missing man-formatie.
Beschrijving
De begraafplaats is ca. 26,5 hectare groot. De Nederlandse regering heeft de grond uit eerbied en dankbaarheid in eeuwigdurende bruikleen afgestaan aan de VS. Er liggen in totaal 8.301 Amerikanen begraven in evenveel graven. In één graf zijn twee onbekende soldaten begraven. Een graf is leeg. Het lichaam van PFC Joseph Fletcher Hill is op 28 april 2001 (na vele en langdurige verzoeken van zijn dochter) teruggebracht naar Amerika.
Er liggen buiten Margraten nog elf Amerikaanse militairen in Nederland begraven: acht in Opijnen, één op begraafplaats Rading in Nieuw-Loosdrecht, één op het oude protestantse kerkhof in het centrum van Zoetermeer en een slachtoffer van de Vietnamoorlog op begraafplaats Rusthof in Leusden.
De toegangsweg leidt naar de trappen van het Ereplein. Voor de toren en het gedenkteken in brons, een rouwende moeder, ligt een vijver, waarin het gedenkteken zich spiegelt. In de toren, ruim 30 meter hoog en van veraf te zien, bevinden zich een kapel en een carillon. Het bezoekerscentrum ligt aan de rechterkant van het plein. Links bevindt zich een soort museumkapel met drie grote landkaarten, uitgebeiteld in travertijn, met beschrijvingen van de verrichtingen van het 1e Amerikaanse leger in de regio gedurende de Tweede Wereldoorlog.
Op de muren aan weerszijden van het Ereplein, de Walls of the Missing, staan de namen van 1722 Amerikaanse vermisten die hun leven gaven. Namen van vermisten die later zijn teruggevonden en geïdentificeerd zijn voorzien van een rozet.
Achter de toren bevindt zich de eigenlijke begraafplaats. Deze is verdeeld in zestien vakken (A t/m P), die onderling zijn gescheiden door een promenade en graspaden. De gevallenen die er begraven werden, zijn in de dood gelijk. Officieren en soldaten liggen door elkaar en de witte kruisen op de graven zijn identiek. Alleen de zes ontvangers van een Medal of Honor hebben een afwijkend kruis en de joodse militairen hebben een gedenkteken met davidster.
De promenade, geflankeerd door bomen, leidt naar een vlaggenmast aan de achterzijde van de begraafplaats.
Vooral het groene kortgeknipte gras en het gebruik van spierwit materiaal (graven, het monument, stenen) geeft het een net en statig aanzien.

2022-02-15 00:00:00

Amerikaanse Begraafplaats Margraten. 7 juli 1960, de begraafplaats wordt officieel ingewijd door koningin Juliana

2022-02-15 00:00:00

Amerikaanse burgeroorlog veteranen.1915

2022-02-15 00:00:00

Amerikaanse en Russische tanks tegenover elkaar bij Checkpoint Charlie te Berlijn. (1961)

2022-02-15 00:00:00

Amerikaanse soldaat met foto's van zijn vriendin in zijn helmband. Vietnam anno 1968.

2022-02-15 00:00:00

Amerikaanse soldaten tijdens kerst in Vietnam, anno 1966.