$i: Index | $pi: Padded Index | $an: Album Name | $d: Date | $dc: Date Compact
$c: Caption | $fc: Caption (First line) | $fw: Caption (First word)
$t: Tag | $ft: First Tag | $o: Original file name
Paardenmarkt 55 - Hofje van Pauw of Hofje van Van der Dussen - Het Hofje van Pauw is een van de vier overgebleven hofjes in de stad Delft, in de Nederlandse provincie Zuid-Holland. Vroeger waren er zeven hofjes. Het Hofje werd in 1707 gebouwd, op verzoek van het testament van Elisabeth Pauw, de dochter van de Delftse burgemeester Jacob Pauw, die een jaar eerder overleed. Ze was weduwe van Johan van der Dussen en daarna van (neef) Dirck van der Dussen, beiden ook burgemeester. - Het hofje was bedoeld voor arme of behoeftige personen of families. Het hofje bestaat uit acht huisjes, vier op een rij aan de oostzijde en vier op een rij aan de westzijde met een plein ertussen. - In 2007 werd de binnentuin van het Hofje van Pauw opnieuw ingericht. De grond bleek vervuild. - Vandaag de dag worden de huisjes verhuurd aan de organisatie Ipse de Bruggen voor mensen met een verstandelijke of meervoudige handicap. In het Hofje van Pauw wonen in 2007 achttien bewoners onder begeleiding
Eerste huizen ( Fam. Straliski )gebouwd aan de Rotterdamseweg, de lage gebouwen links, dat waren de stallen die behoorden bij de boerderij, , is nu de winkel van Bernd Meijer , derde generatie in de winkel.
Agnetapark Drinkfontein met zaadgooiende nimf - Het beeld maakte deel uit van een fraaie fontein, die in 1891 in het park was geplaatst. Het was een geschenk van de Nederlandse Bakkerbond als dank dat Gist-directeur Jacques van Marken een Bakkerscursus had georganiseerd. Hieraan deden 54 leerlingen (‘vooral bakkerszonen’) uit heel het land mee. Het was het begin van de vakopleiding. - De drinkfontein werd in de nabijheid van De Tent en de muziektent geplaatst en heeft er heel lang gestaan. Het beeld (met ontblote borst) is dus niet gemodelleerd naar Agneta van Marken. De afgebeelde, tarwe zaaiende nimf symboliseert het bakkersvak. - Peter Krul, wonend in het Agnetapark, herkende het beeld meteen van een oude ansichtkaart.
Agnetapark Drinkfontein met zaadgooiende nimf - Het beeld maakte deel uit van een fraaie fontein, die in 1891 in het park was geplaatst. Het was een geschenk van de Nederlandse Bakkerbond als dank dat Gist-directeur Jacques van Marken een Bakkerscursus had georganiseerd. Hieraan deden 54 leerlingen (‘vooral bakkerszonen’) uit heel het land mee. Het was het begin van de vakopleiding. - De drinkfontein werd in de nabijheid van De Tent en de muziektent geplaatst en heeft er heel lang gestaan. Het beeld (met ontblote borst) is dus niet gemodelleerd naar Agneta van Marken. De afgebeelde, tarwe zaaiende nimf symboliseert het bakkersvak. - Peter Krul, wonend in het Agnetapark, herkende het beeld meteen van een oude ansichtkaart.
Oude Langendijk vanaf het Vrouwenregt op de voorgrond. Rechts een gedeelte van de Nieuwe Kerk. Links het Sint Annagesticht met daarachter de torens van de Sint Jozefkerk. (Ca.1960 )
Oude Langendijk vóór de demping van de gracht langs de zuidzijde van de Nieuwe Kerk met rechts het Sint Annagesticht gezien naar het noorden 1895-1899 zijn alle grachten op de Oude en Nieuwe Langendijk gedempt
Fam. Beute gewoond hebben aan de Hugo van Rijkelaan 19 -Aangrenzend was een onderkomen, waar Hongaarse vluchtelingen gehuisvest waren.-Nu staat er een sportcentrum/zwembad.
Op donderdag was het veemarkt in Delft. Vanaf de zeventiende eeuw mochten boeren op de Beestenmarkt hun koeien te koop aanbieden tegen betaling van twee stuivers. Voor varkens bedroeg het marktgeld een stuiver. Verkoop buiten de markt om was verboden. De boetes hiervoor waren hoog. Paarden werden vanaf 1654 verhandeld op de Paardenmarkt. Gedurende enkele eeuwen werden hier in de zomer paarden te koop aangeboden. Op de Burgwal werd na de demping van de gracht in 1860 de wekelijkse varkens- en schapenmarkt gehouden. Elke boer vertrok op donderdagmorgen vroeg naar de Beestenmarkt, waar de veehandel was. Niet alle boeren kwamen er om te handelen. Vaak werd de veehandelaar ingeschakeld, die de koeien kocht en verkocht . Hij werkte dan in opdracht voor de boer. In Delft kende men de uitdrukking 'magere en vette beestenmarkt'. De magere beestenmarkt werd in april, in het voorjaar gehouden. Hier werd het vee verkocht dat de hele winter op stal had gestaan en vermagerd was. Handelaren kochten het vee op om het vet te mesten op hun weilanden. In het najaar, in november, werd de vette beestenmarkt gehouden. Hier werd het vee verkocht dat de hele zomer was vetgemest. Ook de markt voor vaarkoeien (koeien van drie jaar oud) werd in deze tijd gehouden. Dan deden de boeren een deel van het jonge vee van de hand. Dit vee werd geslacht. De boeren stalden hun paard en wagen, onder andere bij Wim Overgaag op de Beestenmarkt. Overgaag had daar een cafe en achter het etablissement was een stalling. Ook kon men zijn paard stallen op de Burgwal bij de stalling 'het Scheepje'. Op de markt werd met 'handje klap' de prijs bepaald. Als een boer of handelaar een goede dag had, werd er nagepraat en geborreld in de cafe's van o.a. Koot en Overgaag bij de markt. Daar werd de handel en de politiek besproken onder het genot van een kop koffie, een borrel of een sigaar. De boeren konden de markt niet missen. Ze kenden elkaar, er werd veel gepraat, gehandeld en gezelligheid gezocht. Het was eigenlijk, buiten de (ver)koop om, een groot sociaal gebeuren. Daarnaast was het een gewoonte van veel katholieke boeren om in de loop van de ochtend even de kerk aan te doen, de huidige Maria van Jessekerk op de Burgwal.